Werk en verblijfsrecht

Als werknemer, zelfstandige of gedetacheerd werknemer heeft u het recht om te wonen in het EU-land waar u werkt.

U verliest uw werk

Als u in een ander EU-land werkt en werkloos wordt, mag u daar blijven wonen als u:

  • tijdelijk niet in staat bent om te werken door een ziekte of ongeval
  • ingeschreven staat bij het arbeidsbureau als onvrijwillig werkloze (ook als u minder dan één jaar gewerkt heeft, moet u minstens zes maanden lang nog op gelijke voet worden behandeld met onderdanen van uw gastland)
  • een beroepsopleiding volgt (als u vrijwillig werkloos bent, moet de opleiding te maken hebben met uw vorige baan)

Meldplicht en inschrijving

In sommige EU-landen moet u zich binnen een redelijke tijd na aankomst melden bij de autoriteiten. U kunt een boete krijgen als u dat niet doet.

Als werknemer in uw gastland moet u zich inschrijven bij de bevoegde autoriteit (vaak het gemeentehuis of de lokale politie) na de eerste drie maanden. Wanneer u zich inschrijft, krijgt u een bewijs van inschrijving. Dit bevestigt dat u recht op verblijf heeft.

U moet daarvoor de volgende documenten overleggen:

  • een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort
  • een werkgeversverklaring of arbeidscontract
  • bewijs van zelfstandig ondernemerschap (indien van toepassing)

U hoeft geen andere documenten over te leggen.

Permanent verblijfsrecht

Als u vijf jaar na elkaar rechtmatig in een ander EU-land heeft gewoond , krijgt u er automatisch permanent verblijfsrecht. Dat betekent dat u zolang mag blijven als u wilt.

U verliest dit recht niet als u:

  • tijdelijk het land verlaat (minder dan zes maanden per jaar)
  • langer afwezig bent om uw militaire dienstplicht te vervullen
  • eenmalig voor maximaal twaalf maanden het land verlaat om belangrijke redenen zoals zwangerschap, bevalling, ernstige ziekte, werk, beroepsopleiding of detachering in het buitenland

U kunt uw permanent verblijfsrecht verliezen als u langer dan twee jaar na elkaar in een ander land woont.

Permanent verblijf binnen de vijf jaar

U kunt al na minder dan vijf jaar voor permanent verblijfsrecht in een ander EU-land in aanmerking komen als u:

  • met pensioen gaat en het laatste jaar in het land heeft gewerkt of er minstens drie jaar onafgebroken heeft gewoond
  • moet stoppen met werken omdat u arbeidsongeschikt raakt na minstens twee jaar onafgebroken in het land te hebben gewoond
  • moet stoppen met werken omdat u door een arbeidsongeval of beroepsziekte arbeidsongeschikt bent geraakt (in dat geval maakt het niet uit hoe lang u al in het land woonde voor het ongeval of de ziekte)
  • in een ander EU-land gaat werken als grenswerker (en minstens één keer per week naar uw woonplaats terugkeert) maar daarvoor minstens drie jaar na elkaar heeft gewerkt in het land waar u permanent verblijfsrecht wilt verkrijgen.

Waarschuwing

Informatie over verblijfsrechten voor niet-EU-burgers zonder verwanten die EU-burger zijn en es fr pt .

Kan u het land worden uitgezet of gevraagd worden te vertrekken?

U mag in een ander EU-land blijven wonen zolang u aan de voorwaarden voor verblijf voldoet. Is dat niet meer het geval, dan kunnen de autoriteiten u opdragen het land te verlaten.

In uitzonderlijke gevallen kunnen de autoriteiten besluiten u het land uit te zetten in het belang van de openbare orde of veiligheid, maar alleen als zij kunnen aantonen dat uw aanwezigheid een ernstige bedreiging vormt.

Het uitzettingsbesluit of het verzoek om het land te verlaten moet u schriftelijk worden meegedeeld. Daarbij moet worden vermeld waarom u wordt uitgezet, en hoe en tot wanneer u in beroep kunt gaan.

Veelgestelde vragen

EU-wetgeving

Advies van een expert? Wij helpen u op weg.

Vraag advies aan experts

Laatste controle: 04/08/2023
Deze bladzijde delen