Verblijfsvergunningen voor gezinsleden van buiten de EU

In de eerste drie maanden van hun verblijf in uw gastland hoeven uw gezinsleden van buiten de EU geen verblijfsvergunning aan te vragen. In sommige landen moeten ze zich bij aankomst wel melden.

Na drie maanden in uw gastland zijn uw gezinsleden van buiten de EU verplicht zich in te schrijven (bij de gemeente, politie of vreemdelingendienst).

Om een verblijfsvergunning te krijgen, moeten ze de volgende documenten overleggen:

  • een geldig paspoort
  • uw verklaring van inschrijving als EU-onderdaan of een ander bewijs van verblijf in het gastland
  • een bewijs van verwantschap met u (zoals een uittreksel uit het huwelijks- of geboorteregister)
  • voor (klein)kinderen: een bewijs dat ze onder de 21 zijn of financieel afhankelijk van u zijn
  • voor (groot)ouders: een bewijs dat ze financieel afhankelijk van u zijn
  • voor overige familieleden: een bewijs dat ze financieel afhankelijk van u zijn of dat u persoonlijk voor hen moet zorgen omdat ze ernstig ziek of hulpbehoevend zijn
  • voor ongehuwde partners: een bewijs van een langdurige of duurzame relatie met u.

Waarschuwing

Er mogen geen andere documenten worden gevraagd

De autoriteiten moeten binnen zes maanden beslissen of ze al dan niet een verblijfsvergunning geven. Doen ze dat niet, dan kunt u een beroep doen op onze hulpdienst. Maar zolang de aanvraagprocedure loopt, kunnen uw gezinsleden van buiten de EU niet het land worden uitgezet, ook niet als hun visum verstrijkt.

Wordt hun aanvraag afgewezen, dan moeten de autoriteiten hun dat schriftelijk meedelen, onder vermelding van waarom hun aanvraag is afgewezen, wat de gevolgen zijn, en hoe en tot wanneer ze in beroep kunnen gaan.

Wordt hun aanvraag aanvaard, dan wordt de verblijfsvergunning vaak kosteloos verleend. Ze mag in ieder geval niet duurder zijn dan een vergelijkbaar document, zoals een identiteitskaart, voor onderdanen van het gastland.

Op de verblijfsvergunning moet duidelijk staan dat de houder gezinslid van een EU-onderdaan is.

De verblijfsvergunning is vijf jaar geldig (behalve als u van plan bent eerder te vertrekken). De autoriteiten moeten wel op de hoogte worden gebracht van eventuele adreswijzigingen.

Uw gezinsleden kunnen met hun verblijfsvergunning naar een ander EU-land reizen, maar als ze naar een ander EU-land willen verhuizen, moeten ze daar een nieuwe verblijfsvergunning aanvragen. En zo lang ze te uwen laste zijn, moet u met hen meeverhuizen.

Voorbeeld

James is een Amerikaan die bij zijn moeder en zijn Italiaanse stiefvader Giuseppe in Italië woont. James wil graag in Spanje gaan wonen en daar werk zoeken. Zijn ouders kunnen niet meeverhuizen, maar kunnen hem wel financieel onderhouden.

Hij vraagt in Spanje een verblijfsvergunning aan, maar krijgt die niet. De Spaanse immigratiedienst vertelt hem dat zijn Italiaanse verblijfsvergunning als gezinslid van een EU-burger hem niet automatisch het recht geeft om in Spanje te wonen. Zijn recht om in de EU te verblijven is namelijk gekoppeld aan het EU-burgerschap van Giuseppe. Alleen als Giuseppe ook naar Spanje verhuist en kan aantonen dat hij voor hen beiden over voldoende middelen van bestaan beschikt, kan James in Spanje een verblijfsvergunning krijgen.

Lees waar en hoe u uw gezinsleden van buiten de EU moet inschrijven in uw gastland:

In een groot aantal landen moeten uw gezinsleden hun verblijfsvergunning en identiteitskaart of paspoort altijd bij zich hebben. Anders kunnen ze een boete krijgen of tijdelijk worden vastgehouden, maar ze kunnen daarom niet het land worden uitgezet.

Zie ook Uw gezinsleden uit de EU inschrijven

Veelgestelde vragen

EU-wetgeving

Advies van een expert? Wij helpen u op weg.

Vraag advies aan experts

Laatste controle: 19/10/2023
Deze bladzijde delen