Verkeersregels en verkeersveiligheid - Duitsland

Het gebruik van veiligheidsgordel of kinderzitje is VERPLICHT (Richtlijn 91/671/EEG als gewijzigd)

Veiligheidsgordels zijn niet verplicht:

• voor taxichauffeurs en bestuurders van huurauto's met chauffeur tijdens het werk
• voor besteldiensten die regelmatig moeten stoppen
• bij stapvoets rijden
• in voertuigen van het openbaar vervoer met staanplaatsen
• voor chauffeurs en begeleiders van bussen en touringcars
• voor passagiers van bussen en touringcars die hun zitplaats voor korte tijd verlaten

Kinderzitjes zijn niet verplicht:

• in voertuigen van het openbaar vervoer met staanplaatsen
• in voertuigen met onvoldoende ruimte voor een derde kinderzitje mits het derde kind ouder dan drie is, op de achterbank zit en een veiligheidsgordel draagt
• voor gehandicapte kinderen die een speciale veiligheidsgordel dragen

Rood licht (of oranje knipperlicht) bij spoorwegovergangen: u bent verplicht te stoppen vóór het andreaskruis.

Knipperende rode pijl bij spoorwegovergangen: u hoeft alleen te stoppen als u wilt afslaan in de door de pijl aangegeven richting.

• Voor voertuigcombinaties tot 3,5 ton met speciale technische voorzieningen 100 km/u

• Aanbevolen snelheid

• Aanbevolen snelheid

• Bussen met staanplaatsen

• Bussen met staanplaatsen

• Bussen met speciale technische voorzieningen

• Voertuigen boven 7,5 ton

• Voertuigen tot 7,5 ton met aanhanger

• Voertuigen tot 7,5 ton

• Voertuigen tot 7,5 ton met aanhanger

• Voertuigen met aanhanger

• Trekker met twee aanhangers

Beginnende bestuurders Minder dan 2 jaar rij-ervaring of onder de 21

Ervaren bestuurders Vanaf 1,1 g/l wordt rijden onder invloed als misdrijf vervolgd, bij 0,5-1,0 g/l volgt een boete.

Beroepschauffeurs Bij overtreding kan ontslag volgen.

Verboden middelen

THC (cannabis)

Methylamfetamine

MDMA (ecstasy)

Morfine

Cocaïne

Er bestaan aparte paden en rijstroken voor voetgangers, fietsers, ruiters en landbouwvoertuigen.

De vluchtstrook mag alleen worden gebruikt als dat uitdrukkelijk is toegestaan (verkeersteken 223.1).

Een rood kruis boven een rijstrook betekent dat deze niet mag worden gebruikt (ook niet om te stoppen).

Er bestaan aparte rijstroken voor bussen en touringcars. Ze worden aangegeven met verkeersteken 245.

Verboden rijstroken worden gemarkeerd met verkeerstekens, bijv. 600, 605, 610, 615 en 616.