Verkeersregels en verkeersveiligheid - Oostenrijk

Het gebruik van veiligheidsgordel of kinderzitje is VERPLICHT (Richtlijn 91/671/EEG als gewijzigd)

Veiligheidsgordels zijn niet verplicht voor:

• bestuurders die achteruitrijden of inparkeren
• Personen met een fysieke handicap of die om fysieke redenen geen veiligheidsgordel kunnen dragen.
• nooddiensten, politie e.d.
• taxichauffeurs tijdens hun werk
• lijndiensten tot 100 km
• kinderen met een ernstige lichamelijke handicap op de achterbank
• kinderen in ambulances of hulpverleningsvoertuigen op de achterbank
• kinderen in taxi's op de achterbank
• Buspassagiers die hun zitplaats kortstondig verlaten

Voor het verkeerslicht op oranje springt, begint het groen licht te knipperen.

Het oranje verkeerslicht betekent stoppen, tenzij de afstand tot de stopstreep te kort is om veilig te stoppen.

• 100 km/u voor auto's en bestelwagens met een lichte aanhangwagen tot 750 kg (O1)
• Personenauto’s of bestelwagens die een aanhangwagen van meer dan 750 kg trekken, mogen maximaal 70 km/u rijden; 80 km/u is toegestaan als het gewicht van de volledige voertuigcombinatie niet meer dan 3,5 t bedraagt.

• 100 km/u voor personenauto's en bestelauto's met aanhanger tot 750 kg (Type O1)
• Personenauto’s of bestelwagens die een aanhangwagen van meer dan 750 kg trekken, mogen maximaal 80 km/u rijden; 100 km/u is toegestaan als het gewicht van de volledige voertuigcombinatie niet meer dan 3,5 t bedraagt.

Ervaren bestuurders (intrekking rijbewijs vanaf 0,8 g/l)

Beginnende bestuurders (minder dan 3 jaar ervaring)

Beroepschauffeurs

Verboden middelen

Rijden onder invloed van middelen die de rijvaardigheid beïnvloeden, is niet toegestaan. Er gelden geen specifieke regels voor bepaalde drugs.

Er zijn speciale rijstroken voor het openbaar vervoer, zoals bussen.

Er zijn ook andere soorten rijstroken die niet iedereen mag gebruiken.

Verplicht gebruik van winterbanden voor voertuigen van meer dan 3,5 ton (vrachtwagens van 1 november tot 15 april, bussen van 1 november tot 1 maart). Voor voertuigen van minder dan 3,5 ton zijn winterbanden alleen verplicht als de wegen besneeuwd of bevroren zijn.