Juridische mededeling | Wat is er nieuw ? | Vraagbaak | Over de EUROPA website | Index | Zoek | Contact
Europa in 12 lessen Sla taalkeuzemenu over (toegangstoets=2)
EUROPA > De EU in het kort > Europa in 12 lessen > Belangrijke data in de geschiedenis van de Europese integratie
De EU in het kort - terug naar welkomstpagina
Kies een les door erop te klikken
De Europese Unie: waarom?
Historisch overzicht
Uitbreiding
Hoe werkt de Europese Unie?
Wat doet de Europese Unie?
De interne markt
De economische en monetaire unie en de euro
Naar een kennismaatschappij
Een Europa van de burgers
Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid
De Europese Unie in de wereld
Hoe ziet de toekomst van Europa eruit?
Belangrijke data in de geschiedenis van de Europese integratie

Belangrijke data in de geschiedenis van de Europese integratie

1948
7-11 mei

Congres van Den Haag: meer dan duizend afgevaardigden van zo’n twintig Europese landen discussiëren over nieuwe samenwerkingsvormen in Europa. Men spreekt zich uit voor de oprichting van een ‘Europese assemblee’. 

1949
27-28 januari

Als resultaat van het Congres van Den Haag wordt de Raad van Europa opgericht. Als zetelplaats wordt Straatsburg aangewezen.

Nog hetzelfde jaar begint de Raad met het opstellen van het Europees Verdrag van de mensenrechten, dat in 1950 in Rome wordt ondertekend en in september 1953 in werking treedt.

Na verloop van tijd worden bijna alle Europese landen lid van de Raad van Europa.

1950
9 mei

Robert Schuman, minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, stelt, in een door Jean Monnet geïnspireerde rede, een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal van Frankrijk en de Bondsrepubliek Duitsland voor binnen een organisatie waartoe ook de andere landen van Europa kunnen toetreden.

Aangezien deze dag als de geboortedag van de Europese Unie kan worden beschouwd, is 9 mei tegenwoordig een feestdag: ‘Europadag’.

Bovenkant pagina
1951
18 april

In Parijs ondertekenen zes landen – België, Frankrijk, Duitsland (Bondsrepubliek), Italië, Luxemburg en Nederland – het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Het verdrag wordt op 23 juli 1952 van kracht, voor een periode van vijftig jaar.

1955
1-2 juni

De ministers van Buitenlandse Zaken van de Zes, in conferentie bijeen te Messina, besluiten om de Europese integratie uit te breiden tot alle economische sectoren.

1957
25 maart

De Zes ondertekenen in Rome de Verdragen tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom). De verdragen treden op 1 januari 1958 in werking.

Bovenkant pagina
1960
4 januari

Op initiatief van het Verenigd Koninkrijk wordt in Stockholm de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) opgericht, bestaande uit een aantal Europese landen die geen lid van de EEG zijn.

1962
30 juli

Er wordt een gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) ingevoerd.

1963
14 januari

Generaal De Gaulle kondigt op een persconferentie aan dat Frankrijk zijn veto zal uitspreken tegen de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschappen.

20 juli
In Yaoundé sluiten de EEG en achttien Afrikaanse landen een associatieovereenkomst.

Bovenkant pagina
1965
8 april

Er wordt een verdrag ondertekend waarbij de uitvoerende organen van de drie Gemeenschappen worden gefuseerd en één Raad en één Commissie worden ingesteld. Het verdrag treedt op 1 juli 1967 in werking.

1966
29 januari

Na een politieke crisis stemt Frankrijk ermee in om zijn plaats in de Raad weer in te nemen als daar tegenover staat dat de unanimiteitsregel gehandhaafd blijft wanneer er “zeer belangrijke belangen” op het spel staan: het ‘compromis van Luxemburg’.

1968
1 juli

De laatste douanerechten op industrieproducten worden afgeschaft – achttien maanden eerder dan gepland – en er wordt een Gemeenschappelijk Douanetarief ingevoerd.

Bovenkant pagina
1969
1-2 december

Tijdens een topconferentie in Den Haag besluiten de regeringsleiders en staatshoofden van de EEG om de Europese integratie in een volgende fase te brengen.

1970
22 april

In Luxemburg wordt een verdrag ondertekend dat het mogelijk maakt om de Europese Gemeenschappen geleidelijk uit ‘eigen middelen’ te gaan financieren en dat het Europees Parlement meer bevoegdheden geeft.

1972
22 januari

In Brussel worden de verdragen tot toetreding van Denemarken, Ierland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk ondertekend.

24 april
De Zes besluiten dat de koersen van hun valuta’s niet meer dan 2,25% van elkaar mogen afwijken. Dit systeem staat bekend als de ‘muntslang’.

Bovenkant pagina
1973
1 januari

Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk treden toe, waarmee het aantal leden uitgroeit tot negen. Noorwegen treedt niet toe, omdat de meeste inwoners in een referendum tegen het lidmaatschap hebben gestemd.

1974
9-10 december

Tijdens een topconferentie in Parijs besluiten de regeringsleiders en staatshoofden van de negen lidstaten om drie keer per jaar als Europese Raad bijeen te komen. Ook hechten zij hun goedkeuring aan rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement en besluiten zij tot de oprichting van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

1975
28 februari

In Lomé ondertekenen de EEG en 46 landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) de eerste Overeenkomst van Lomé.

22 juli
De begrotingsbevoegdheid van het Europees Parlement wordt uitgebreid en de Europese Rekenkamer opgericht. Het desbetreffende verdrag treedt op 1 juni 1977 in werking.

Bovenkant pagina
1978
6-7 juli

Frankrijk en de Bondsrepubliek Duitsland stellen op de Top van Bremen voor om de monetaire samenwerking nieuw leven in te blazen door de invoering van een Europees Monetair Stelsel (EMS), dat in de plaats moet komen van de ‘slang’. Het EMS treedt op 13 maart 1979 in werking.

1979
28 mei

Het verdrag tot toetreding van Griekenland wordt ondertekend.

7 en 10 juni
De eerste rechtstreekse verkiezing van de 410 afgevaardigden van het Europees Parlement.

1981
1 januari

Griekenland wordt lid van de Europese Gemeenschappen en brengt het aantal lidstaten daarmee op tien.

Bovenkant pagina
1984
28 februari

Het programma ‘Esprit’ wordt goedgekeurd, een programma voor het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van de informatietechnologie.

14 en 17 juni
De tweede rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement.

1985
7 januari

Jacques Delors wordt voorzitter van de Europese Commissie (1985-1995).

12 juni
De verdragen tot toetreding van Spanje en Portugal worden ondertekend.

2-4 december
Tijdens de Europese Raad van Luxemburg komen de regeringsleiders en staatshoofden van de tien lidstaten overeen om het Verdrag van Rome te herzien en een ‘Europese Akte’ op te stellen. Dit laatste om de Europese integratie een nieuwe impuls te geven. Hiermee wordt de weg geplaveid voor de oprichting van de interne markt vóór 1993.

1986
1 januari

Spanje en Portugal worden lid van de Europese Gemeenschappen en brengen het aantal lidstaten daarmee op twaalf.

17 en 28 februari
In Luxemburg en Den Haag wordt de Europese Akte ondertekend. De Akte wordt op 1 juli 1987 van kracht.

Bovenkant pagina
1987
15 juni

Start van het ‘Erasmus’-programma, opgericht om jongeren te helpen in een ander Europees land te studeren. 

1989
15 en 18 juni

De derde rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement.

9 november
De val van de Berlijnse Muur.

9 december
De Europese Raad van Straatsburg besluit om een intergouvernementele conferentie bijeen te roepen over de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de Politieke Unie.

1990
19 juni

Het Schengen-akkoord wordt ondertekend, gericht op afschaffing van de controles bij het passeren van de grens tussen lidstaten van de EEG.

3 oktober
Duitsland wordt herenigd.

14 December
In Rome gaat de intergouvernementele conferentie over de EMU en de Politieke Unie van start.

Bovenkant pagina
1991
9-10 december

De Europese Raad van Maastricht neemt het Verdrag betreffende de Europese Unie aan. Het Verdrag legt de basis voor een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, nauwere samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en de oprichting van een economische en monetaire unie met één enkele munteenheid. Gevoegd bij het bestaande communautaire systeem leidt de intergouvernementele samenwerking op deze terreinen tot het ontstaan van de Europese Unie (EU). De EEG wordt hernoemd tot ‘Europese Gemeenschap’ (EG).

1992
7 februari

In Maastricht wordt het Verdrag betreffende de Europese Unie ondertekend. Het wordt op 1 november 1993 van kracht.

1993
1 januari

De interne markt wordt opgericht. 

Bovenkant pagina
1994
9 en 12 juni

De vierde rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement.

24-25 juni
Tijdens de Europese Raad van Korfoe worden de verdragen tot toetreding van Oostenrijk, Finland, Noorwegen en Zweden ondertekend.

1995
1 januari

Oostenrijk, Finland en Zweden worden lid van de EU en brengen het aantal lidstaten daarmee op vijftien. Noorwegen treedt niet toe, omdat de meeste inwoners in een referendum tegen het lidmaatschap hebben gestemd.

23 januari
Een nieuwe Europese Commissie treedt in functie (1995-1999), met Jacques Santer als voorzitter.

27-28 november
Tijdens de Euro-Mediterrane conferentie in Barcelona wordt het partnerschap tussen de EU en de landen aan de zuidkust van de Middellandse Zee gelanceerd.

1997
16-17 juni

De Europese Raad van Amsterdam keurt een verdrag goed waarbij de Europese Unie nieuwe bevoegdheden en taken krijgt.

2 oktober
Het Verdrag van Amsterdam wordt ondertekend. Het wordt op 1 mei 1999 van kracht.

Bovenkant pagina
1998
30 maart

Voor Cyprus, Malta en nog tien andere kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa start het toetredingsproces.

3 mei
De Europese Raad van Brussel besluit dat elf lidstaten (Oostenrijk, België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje) aan de voorwaarden voldoen voor aanneming van de enige munt op 1 januari 1999. Griekenland zal later toetreden.

31 december
Voor de munteenheden die door de euro worden vervangen, wordt een vaste en onherroepelijke koers vastgesteld.

1999
1 januari

Start van de derde fase van de EMU: de munteenheden van elf lidstaten worden vervangen door de euro. De enige munt wordt op de geldmarkten gelanceerd. Vanaf dit moment is de Europese Centrale Bank (ECB) verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de EU, dat wordt uitgedrukt en uitgevoerd in euro.

24-25 maart
De Europese Raad van Berlijn hecht zijn goedkeuring aan de ontwerp-begroting van de EU voor 2000-2006 binnen het kader van ‘Agenda 2000’.

3-4 juni
De Europese Raad van Keulen besluit dat een conventie moet worden gehouden voor het opstellen van een Europees Handvest van de grondrechten. De leden van de conventie zijn vertegenwoordigers van de regeringsleiders en staatshoofden van de EU en van de voorzitter van de Europese Commissie. Javier Solana wordt benoemd tot Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB).

8 en 13 juni
De vijfde rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement.

15 september
Een nieuwe Europese Commissie treedt in functie (1999-2004), met Romano Prodi als voorzitter.

15-16 oktober
De Europese Raad van Tampere besluit om van de EU een 'ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid' te maken. 

10-11 december
De Europese Raad van Helsinki, hoofdzakelijk gewijd aan de uitbreiding van de EU, erkent Turkije officieel als kandidaat voor het EU-lidmaatschap en besluit om de onderhandelingen met de andere twaalf kandidaat-lidstaten voort te zetten.

2000
23-24 maart

De Europese Raad van Lissabon formuleert een strategie voor het stimuleren van de werkgelegenheid in de EU, het moderniseren van de economie en het versterken van de sociale cohesie in een Europa waarin wetenschappelijke kennis een sleutelrol speelt.

7-8 december
De Europese Raad van Nice bereikt een akkoord over de tekst van een verdrag waarmee het besluitvormingssysteem van de EU wordt gewijzigd, zodat de Unie gereed is voor uitbreiding. De voorzitters van het Europees Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie proclameren het Handvest van de grondrechten van de EU.

Bovenkant pagina
2001
26 februari

Het Verdrag van Nice wordt ondertekend. Het wordt op 1 februari 2003 van kracht.

14-15 december
De Europese Raad van Laken neemt een verklaring aan over de toekomst van de Unie. Daarmee wordt het pad geëffend voor de op handen zijnde grootscheepse hervorming van de EU en voor de oprichting van een conventie voor het opstellen van een Europese grondwet. Valéry Giscard d’Estaing wordt benoemd tot voorzitter van deze conventie. 

2002
1 januari

De mensen in het eurogebied beginnen de eurobiljetten en -munten te gebruiken.

31 mei
De vijftien lidstaten ratificeren tegelijkertijd het Kyoto-protocol – de wereldwijde overeenkomst voor de bestrijding van luchtverontreiniging.

21-22 juni
De Europese Raad van Sevilla bereikt overeenstemming over een Europees asiel- en immigratiebeleid.

13 december
De Europese Raad van Kopenhagen bereikt overeenstemming over de toetreding van tien kandidaat-lidstaten (Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië) tot de EU op 1 mei 2004. Bulgarije en Roemenië zullen naar verwachting in 2007 toetreden.

De Europese Raad beslist dat wanneer zij op basis van een verslag en een aanbeveling van de Commissie in december 2004 van oordeel is dat Turkije aan alle ‘criteria van Kopenhagen’ voldoet, de toetredingsbesprekingen met dit land kunnen beginnen. 

2003
16 april

In Athene worden de verdragen tot toetreding van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië ondertekend.

10 juli
De Conventie over de toekomst van Europa voltooit haar werkzaamheden aan de ontwerp-grondwet van de EU.

4 oktober
Start van de intergouvernementele conferentie waarbij een nieuw verdrag zal worden opgesteld waarin de Europese grondwet is verwerkt.

Bovenkant pagina
2004
1 mei

Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië worden lid van de Europese Unie.

10 en 13 juni
De zesde rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement.

16 en 17 december
Besluit om in 2005 toetredingsbesprekingen met Kroatië en Turkije te beginnen indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

2005
25 april

De EU ondertekent toetredingsverdragen met Bulgarije en Roemenië in Luxemburg.

2007

Jaar dat door de Europese Raad van Kopenhagen van 2002 is vastgesteld als het jaar waarin Bulgarije en Roemenië tot de EU zullen toetreden.

Bovenkant pagina
Juridische mededeling | Wat is er nieuw ? | Vraagbaak | Over de EUROPA website | Index | Zoek | Contact | Bovenkant pagina