EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Het vervoerprotocol van de Alpenovereenkomst

 

SAMENVATTING VAN:

Protocol inzake de toepassing van de Alpenovereenkomst van 1991 op het gebied van het vervoer — Vervoerprotocol

Besluit 2007/799/EG betreffende de ondertekening van het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst op het gebied van het vervoer

Besluit 2013/332/EU betreffende de sluiting van het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst op het gebied van het vervoer

WAT IS HET DOEL VAN HET PROTOCOL EN DE BESLUITEN?

De Overeenkomst inzake de bescherming van de Alpen (zie samenvatting) is een kaderovereenkomst voor de bescherming en duurzame ontwikkeling van de Alpenregio’s, die is ontworpen voor de instandhouding en bescherming van de Alpen (vanuit milieu-, economische en sociaal oogpunt) door het beginsel van preventie, het beginsel dat de vervuiler betaalt en het beginsel van samenwerking tussen de leden toe te passen.

Een van de verschillende protocollen is het vervoerprotocol dat hier wordt samengevat.

De ondertekening van dit protocol door de EU kan worden beschouwd als een politiek signaal aan alle betrokken partijen, waarmee de overeenkomstsluitende partijen worden aangespoord de overeenkomst te ondertekenen en te ratificeren.

Bij de Besluiten 2007/799/EG en 2013/332/EU van de Raad heeft de Europese Unie (EU) het vervoerprotocol ondertekend en gesloten.

KERNPUNTEN

Doelstellingen

Het protocol heeft tot doel:

  • de hinder en de risico’s van het intra-alpiene verkeer te verminderen;
  • bij te dragen tot de duurzame ontwikkeling van de habitats en de economische ruimte door de uitvoering van een geharmoniseerd vervoersbeleid dat alle vervoerswijzen (weg, rail, enz.) omvat en dat door de verschillende overeenkomstsluitende partijen op elkaar wordt afgestemd;
  • bij te dragen tot de vermindering van de risico’s voor de biodiversiteit van de Alpenregio’s en het behoud van hun natuurlijke en culturele erfgoed;
  • het verkeer in de Alpen tegen economisch draagbare kosten te verzekeren door de doelmatigheid en duurzaamheid van de vervoerssystemen te vergroten.

De partijen bij het protocol verbinden zich er dus toe om bij hun beheer van de Alpenregio’s rekening te houden met de risico’s en de hinder die het verkeer in de Alpen met zich meebrengt, zoals verontreiniging (geluidsoverlast en chemische verontreiniging) en risico’s voor de veiligheid van personen en goederen. Parallel daarmee moeten de partijen:

  • de rendabiliteit van de vervoersector verhogen;
  • het gebruik van de bestaande infrastructuur optimaliseren;
  • bij de evaluatie en de tenuitvoerlegging van andere beleidslijnen rekening houden met de vervoersproblematiek;
  • de territoriale overheden betrekken bij de besluitvorming.

Specifieke maatregelen en strategieën

In het vervoerprotocol worden voorts verscheidene specifieke maatregelen en strategieën afgebakend. Die hebben elk tot doel een rationeel en veilig beheer van het vervoer te waarborgen door de toepassing van de volgende beginselen:

  • een goede coördinatie van de verschillende vervoerswijzen en -middelen;
  • gebruikmaking van intermodale vervoerssystemen;
  • overschakeling op vervoerswijzen die milieuvriendelijker zijn;
  • bescherming van de verkeerswegen tegen natuurrisico’s;
  • bescherming van de mens en het milieu;
  • geleidelijke vermindering van de emissies van schadelijke stoffen en de geluidsemissies;
  • creëren en ontwikkelen van gebruiks- en milieuvriendelijk openbaar vervoer;
  • uitvoering van milieueffectbeoordelingen van geplande projecten en raadpleging van de betrokken partijen.

In het protocol worden tevens specifieke beginselen voor de verschillende vervoerswijzen omschreven:

  • een versterking van het spoorvervoer door de verbetering en een beter gebruik van de infrastructuur, en de bevordering van de intermodaliteit bij het goederenvervoer;
  • een betere benutting van de capaciteit van de maritieme vaart en de binnenvaart;
  • wat het wegvervoer betreft, moeten de overeenkomstsluitende partijen afzien van het aanleggen van nieuwe wegen met een grote capaciteit. Bepaalde projecten kunnen echter worden uitgevoerd op voorwaarde dat hun milieueffecten worden geminimaliseerd;
  • vermindering, voor zover mogelijk, van de hinder die wordt veroorzaakt door het luchtverkeer. Ook de niet-gemotoriseerde vliegrecreatie moet worden beperkt.

Met de elementen van dit protocol wordt rekening gehouden bij het nemen van besluiten over infrastructuurprojecten in de Alpenregio’s.

In artikel 11, lid 1, van het vervoerprotocol staat bijvoorbeeld: “De overeenkomstsluitende partijen zien af van het aanleggen van nieuwe wegen met een grote capaciteit voor het transalpiene verkeer.” — Dit kan tot op zekere hoogte verklaren waarom de EU momenteel hoofdzakelijke spoortunnels in de Alpen financiert.

Het beginsel dat “de vervuiler betaalt”

Het protocol moedigt de overeenkomstsluitende partijen ook aan om het beginsel dat “de vervuiler betaalt” toe te passen en om een methode uit te werken waarbij de milieukosten in aanmerking worden genomen bij de berekening van de totale uitgaven aan infrastructuur.

De overeenkomstsluitende partijen moeten bovendien geregeld verslag uitbrengen aan het permanent comité over de krachtens dit protocol genomen maatregelen. Het comité stelt een verslag op over de naleving van het protocol.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

Het protocol is op 25 september 2013 in werking getreden.

ACHTERGROND

Op 14 mei 1991 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om deel te nemen aan de onderhandelingen over de Alpenovereenkomst en de daarbij behorende protocollen.

Het vervoerprotocol stond open voor ondertekening door de overeenkomstsluitende partijen op de ministeriële vergadering van de Alpenovereenkomst, die plaatsvond in Luzern op 30 en 31 oktober 2000.

De Raad heeft het vervoerprotocol van de Alpenovereenkomst ondertekend op 12 december 2006. Het onderhavige besluit gaat gepaard met een gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie betreffende de interpretatie van het vervoerprotocol.

Afgezien van de EU zijn de overeenkomstsluitende partijen bij de Alpenovereenkomst Duitsland, Frankrijk, Italië, Liechtenstein, Monaco, Oostenrijk, Slovenië en Zwitserland.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Protocol inzake de toepassing van de Alpenovereenkomst van 1991 op het gebied van het vervoer — Vervoerprotocol (PB L 323 van 8.12.2007, blz. 15-22)

Besluit 2007/799/EG van de Raad van 12 oktober 2006 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst op het gebied van het vervoer (Vervoerprotocol) (PB L 323 van 8.12.2007, blz. 13-14)

Besluit 2013/332/EU van de Raad van 10 juni 2013 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst van 1991 op het gebied van het vervoer (Vervoerprotocol) (PB L 177 van 28.6.2013, blz. 13)

GERELATEERD DOCUMENT

Kennisgeving betreffende de inwerkingtreding van het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst van 1991 op het gebied van het vervoer (Vervoerprotocol) (PB L 206 van 2.8.2013, blz. 1)

Laatste bijwerking 15.05.2020

Top