EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Btw: Bijzondere regeling voor beleggingsgoud

Dit document dient ter aanvulling op het gemeenschappelijke btw-stelsel in de Gemeenschap door de invoer van een bijzondere regeling voor goud.

BESLUIT

Richtlijn 1998/80/CE van de Raad, van 12 oktober 1998, tot aanvulling van het stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van richtlijn 77/388/CEE- Bijzondere regeling voor beleggingsgoud [Publicatieblad L 281 van 17.10.1998].

SAMENVATTING

Teneinde het gebruik van goud als financieel instrument te stimuleren, installeert deze richtlijn een fiscale vrijstelling voor de levering van beleggingsgoud. Voorheen viel beleggingsgoud onder het gewone fiscale regime. Op basis van dit stelsel waren partijen beleggingsgoud in principe onderworpen aan btw, een aantal lidstaten echter konden deze leveringen, op provisorische basis, vrijstellen. De nieuwe richtlijn heft deze vorm van concurrentievervalsing tussen de lidstaten op en versterkt tegelijkertijd ook de concurrentiepositie van het communautaire goud op de markt.

Definitie van beleggingsgoud:

  • goud, in de vorm van staven of plaatjes van een door de goudmarkten aanvaard gewicht, met een zuiverheid van ten minste 995 duizendsten, al dan niet belichaamd in certificaten. De kleine staven of plaatjes met een gewicht van ten hoogste 1 gram komen evenwel niet in aanmerking voor de bijzondere regeling van de lidstaten;
  • gouden munten die een zuiverheid van ten minste 900 duizendsten hebben, na 1800 zijn geslagen, in het land van oorsprong als wettig betaalmiddel fungeren of hebben gefungeerd en normaliter verkocht worden voor een prijs die de openmarktwaarde van het in de munten vervatte goud niet met meer dan 80 % overschrijdt. Ieder jaar vaardigen de lidstaten een lijst uit met de munten die conform voornoemde criteria op hun grondgebied verhandeld mogen worden. Deze lijsten worden gepubliceerd in het Publicatieblad.

De levering, de intracommunautaire verwerving en de invoer van beleggingsgoud zijn door de lidstaten vrijgesteld van belasting over de toegevoegde waarde.

Er bestaat evenwel een optie voor de belastingheffing voor leveringen van beleggingsgoud aan andere belastingplichtigen, uitgevoerd door:

  • belastingplichtigen die beleggingsgoud produceren of goud omzetten in beleggingsgoud (in dit geval moeten de lidstaten het keuzerecht voorzien);
  • belastingplichtigen die, in het kader van hun economische activiteit, gewoonlijk goud leveren voor industriële doeleinden (in dit geval kunnen de lidstaten het keuzerecht verlenen).

De lidstaten bepalen de modaliteiten voor deze opties en lichten de Commissie in.

De richtlijn voorziet in regels die het recht op aftrek regelen van belastingplichtigen die zich inlaten met het leveren of produceren van beleggingsgoud of met het omzetten van goud in beleggingsgoud, voor zover zij niet voor de belastingheffing op hun levering gekozen hebben.

Handelaars in beleggingsgoud hebben bijzondere verplichtingen, met name om fiscale fraude te wijten aan dubbel gebruik van het goud tegen te gaan (industrieel en voor beleggingen): zij zijn verplicht een boekhouding te voeren van alle belangrijke handelingen en gedurende ten minste vijf jaar de stukken te bewaren aan de hand waarvan de identiteit van hun klanten kan worden vastgesteld.

In bepaalde gevallen kunnen de lidstaten de koper, en niet de verkoper, aanduiden als schuldenaar van de belasting (de „verleggingsregeling”), teneinde belastingontduiking tegen te gaan en de met de handeling gepaard gaande kosten te drukken.

Betreffende de handelingen op een gereglementeerde goudmarkt kunnen de lidstaten de toelating krijgen de bijzondere regeling niet toe te passen en vereenvoudigingsmaatregelen te nemen.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Richtlijn 1998/80/CE

17.10.1998

1.1.2000

PB L 281 van 17.10.1998

Laatste wijziging: 31.08.2006

Top