EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Een veelomvattende innovatiestrategie voor de EU

In deze mededeling wordt een veelomvattende innovatiestrategie voor Europa ontvouwd, in antwoord op het verzoek van de Raad na de mededeling "Meer onderzoek en innovatie - Investeren voor groei en werkgelegenheid" en de aanbevelingen van het rapport "Een innoverend Europa tot stand brengen". De Commissie merkt op dat de Europese Unie (EU) een op innovatie gegrondveste samenleving moet worden. De doelstelling is om met name een kader vast te stellen ter bevordering van alle vormen van innovatie en de ontwikkeling van innovatieve markten te bevorderen. Het innovatiepotentieel van de EU is enorm, maar dit potentieel wordt onderbenut en het Europese economische en regelgevingskader stimuleert innovatie onvoldoende.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Kennis in de praktijk brengen: een omvattende innovatiestrategie voor de EU [COM(2006) 502 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Om met zijn concurrenten te kunnen wedijveren, moet Europa inventiever worden, meer vernieuwen en beter reageren op de behoeften en de voorkeur van de consumenten. In dat verband wordt een veelomvattende strategie voorgesteld.

De Europese Unie (EU) heeft belangrijke maatregelen genomen:

  • in de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid van 2005 zijn de beleidslijnen en hervormingen vastgelegd die tot doel hebben het economisch en regelgevingskader van Europa meer bevorderlijk voor innovatie te maken;
  • in de mededeling (es de en fr) van de Commissie van oktober 2005 "Meer onderzoek en innovatie" wordt een programma met 19 actiegebieden voor de EU en de lidstaten omschreven;
  • de nationale hervormingsprogramma's, die gebaseerd zijn op de geïntegreerde krachtlijnen van de strategie van Lissabon van 2005, sporen de lidstaten ertoe aan om gerichte maatregelen ten gunste van innovatie te nemen en de structuurfondsen voor dat doel te gebruiken.

Ondanks deze initiatieven is de economie van de EU nog niet de innovatieve mondiale economie die zij zou moeten zijn. In het rapport "Een innoverend Europa tot stand brengen" (het Aho-rapport) wordt aangespoord tot urgente actie om het innovatiepotentieel van de EU beter te benutten. Volgens dit rapport moet het klimaat voor ondernemingen dringend innovatievriendelijker worden. De Commissie is ook van mening dat innovatie deel moet uitmaken van de basiswaarden van de samenleving en dat de burgers niet bang horen te zijn van innovatie maar integendeel moeten inzien dat die baten oplevert voor het geheel van de samenleving.

In deze context heeft de mededeling ten doel:

  • een kader te leveren voor discussies over innovatie op nationaal en Europees niveau;
  • nieuwe actieterreinen af te bakenen;
  • een strategie te introduceren om de totstandbrenging en commercialisering van nieuwe producten en innoverende diensten op veelbelovende gebieden te vereenvoudigen.

Een innoverender Europese Unie

Het onderwijs is een essentiële voorwaarde om een op innovatie toegespitste samenleving tot stand te brengen. De EU en de lidstaten moeten de modernisering en herstructurering van de onderwijssystemen ondersteunen zodat die de mensen de bekwaamheden, met name ondernemerskwaliteiten, kunnen bijbrengen die een basisvoorwaarde vormen voor innovatie, meer bepaald op de gebieden van de wetenschappen, wiskunde, talen en informatica.

Het ontbreekt de EU met name aan adequate competenties op het gebied van wetenschappen en technologie en het aandeel van de gediplomeerden op deze gebieden loopt gestaag terug. Daaraan moet dus iets worden gedaan als we willen voorkomen dat de toekomstige innovatiecapaciteit van Europa wordt ondermijnd.

Voor onderzoekers die nieuwe kennis willen opdoen en nieuwe toepassingen ontdekken, zijn ook hun grensoverschrijdende mobiliteit en hun structurele mobiliteit (tussen het universitaire milieu en de industrie) van essentieel belang. Er moet dus een open en concurrerende arbeidsmarkt voor onderzoekers worden gecreëerd.

Er blijven hinderpalen bestaan die het innovatiepotentieel van de EU binnen de interne markt belemmeren. Die houden verband met:

  • goederen en diensten;
  • consumenten die dergelijke goederen en diensten willen verwerven;
  • de mobiliteit van werknemers;
  • de beschikbaarheid van risicokapitaal.

De sector van de diensten biedt belangrijke innovatiemogelijkheden die moeten worden benut (deze sector is goed voor meer dan twee derde van het BBP en de werkgelegenheid). De totstandbrenging van een echte interne markt voor diensten en de financiële steun voor de oprichting van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) in de dienstensector moeten het mogelijk maken deze kansen te verzilveren.

Het regelgevingsklimaat moet worden verbeterd. Innovatie moet kunnen steunen op een voorspelbare, soepele, eenvoudige en doeltreffende regelgeving die het vertrouwen van de consument versterkt, de intellectuele eigendom beschermt en open en interoperabele normen invoert. Wereldwijd succes van Europese ondernemingen hangt af van de snelle invoering van dergelijke normen. Wat de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten betreft, denkt de Commissie dat het allerbelangrijkste is om een Gemeenschapsoctrooi in te voeren dat tegen aanvaardbare kosten door ondernemingen kan worden aangevraagd. Op korte termijn kan de tenuitvoerlegging van het protocol van Londen de situatie van ondernemingen wat intellectuele eigendomsrechten (IER) betreft, verbeteren. Een ander cruciaal punt is dat de IER op buitenlandse markten beter in acht worden genomen.

Alle betrokken partijen (de ondernemerswereld, de publieke sector en de consumenten) moeten deelnemen aan het innovatieproces. Hun samenwerking moet worden bevorderd, met name via de volgende middelen:

  • clusters * waarbij ondernemingen onderdeel vormen van een geheel en elkaar wederzijds beïnvloeden. Dergelijke clusters bevorderen in het bijzonder de productiviteit, stimuleren het onderzoek en worden centra van uitmuntendheid. De communautaire instrumenten ondersteunen het beleid van de clusters, want zij bevorderen de innovatie. Een transnationale Europese samenwerking, over de grenzen heen, moet het ontluiken van Europese clusters van wereldklasse bevorderen;
  • de overdracht van kennis tussen publieke onderzoeksinstellingen en de industrie moet worden verbeterd;
  • strategische partnerschappen tussen ondernemingen en universiteiten. Dergelijke partnerschappen moeten worden versterkt teneinde de culturele kloof tussen het academisch onderzoek en de behoeften van de industrie te dichten;
  • het Europees Technologie-Instituut (ETI) (es de en fr) dat de Commissie wil oprichten om een geïntegreerd partnerschap mogelijk te maken van wetenschappen, industrie, ondernemingswereld en onderwijs teneinde een nieuw innovatiemodel te ontwikkelen. Studenten, onderzoekers en ondernemingen werken samen binnen kennis- en innovatiegemeenschappen, met name om kennis te ontwikkelen op bepaalde prioritaire gebieden en hun competenties op het gebied van onderzoek en innovatie te verbeteren.

Innovatie en onderzoek vergen een belangrijke financiële ondersteuning. De nationale doelstellingen voor het onderzoek kunnen resulteren in een verhoging van het investeringsniveau ten bate van onderzoek en ontwikkeling in het geheel van de EU. Er worden ook bepaalde communautaire acties opgezet om onderzoek en innovatie beter te financieren:

  • het zevende kaderprogramma zal in de periode 2007-2013 de financiering versterken van in samenwerking georganiseerd onderzoek ;
  • gezamenlijke technologie-initiatieven (GTI) bieden een nieuw financieringskader om de OTO-doelstellingen (onderzoek en technologische ontwikkeling) in de sectoren die bepalend zijn voor de industriële concurrentiekracht, te kunnen verwezenlijken;
  • toewijzing van een groot deel van de 308 miljard euro van de structuurfondsen aan investeringen in kennis en innovatie;
  • het programma voor concurrentievermogen en innovatie (PCI) dat met name voorziet in een verhoging met 60% van de financieringsinstrumenten ten bate van ondernemerschap en innovatie;
  • de risicodelende financieringsfaciliteit die met behulp van leningen en waarborgen zeer risicovolle particuliere investeringen in OTO- en demonstratieprojecten zal ondersteunen;
  • het JEREMIE-initiatief (EN) (Joint European Resources for Micro-to-Medium Enterprises) dat de lidstaten zal helpen om financiële instrumenten ten gunste van KMO's op te zetten;
  • de nieuwe richtsnoeren voor staatssteun betreffende risicokapitaal, die het voor de lidstaten mogelijk maken overheidssteun beter te richten op gebieden waar de markt faalt die het aanbod van risicokapitaal en een afdoende financiering van onderzoeks- en innovatieactiviteiten belemmeren;
  • het nieuwe kader voor staatssteun ten behoeve van O&O (onderzoek en ontwikkeling) en innovatie, dat het met name voor lidstaten mogelijk moet maken om hun uitgaven beter te richten naar jonge innoverende ondernemingen, diensten voor advies met betrekking tot en ondersteuning van innovatie, detachering van gekwalificeerd personeel, innovatie op het gebied van procedés en organisatie, en clusters;
  • financiële stimulansen ten behoeve van O&O en innovatie.

Van zijn kant moet de overheidssector in de overheidsadministratie een vernieuwende aanpak ontwikkelen en nieuwe technologieën exploiteren en zo het voorbeeld geven om een meer innovatieve samenleving te scheppen.

Veelbelovende markten

De EU moet de ontwikkeling van veelbelovende markten bevorderen teneinde het op de markt komen van vernieuwende producten en diensten op veelbelovende terreinen te vergemakkelijken. Het ontstaan van dergelijke markten hangt sterk af van de vraag van consumenten naar innoverende producten en diensten. De doelstelling is die sectoren af te bakenen waar het wegwerken van belemmeringen de ontwikkeling van nieuwe markten mogelijk maakt. De betrokken partijen, met name het Europese INNOVA-initiatief (EN) en de Europese technologie-platforms, moeten bijdragen tot de identificatie en het slechten van specifieke hinderpalen die het ontstaan van innovatiegedreven nieuwe markten belemmeren. Verschillende gebieden zijn gunstig voor het ontstaan van nieuwe veelbelovende markten, bijvoorbeeld eco-innovatie en de bouwsector, interne veiligheid en defensie, de transportsector, ruimtevaarttoepassingen en gezondheidszorg.

Betere Europese governance ten behoeve van innovatie

De structurele verandering ten gunste van innovatie moet gestuurd worden door politiek leiderschap. De lidstaten van hun kant moeten innovatie blijven erkennen en ondersteunen al één van de belangrijkste prioriteiten van het partnerschap voor groei en werkgelegenheid. De Commissie verzoekt de Raad "Concurrentievermogen" om op gezette tijden de impact van het nationale beleid op innovatie en concurrentievermogen te onderzoeken

Een betere Europese governance ten behoeve van innovatie is noodzakelijk om het beleid waartoe deze mededeling oproept, daadwerkelijk vorm te kunnen geven. Het is essentieel om in iedere lidstaat stevige innovatiesystemen in te voeren die steunen op innovatiemotoren zoals het onderwijs en de overdracht van kennis. De in het kader van het Lissabonproces omschreven nationale coördinatiemechanismen moeten door de lidstaten worden ingevoerd om erover te waken dat hun innovatiestrategieën daadwerkelijk ten uitvoer worden gelegd. In de context van het multilaterale toezicht, gebaseerd op het Verdrag, biedt de governancestructuur van de herziene strategie van Lissabon een forum voor het politieke debat en de uitwisselingen, op communautaire niveau, van de beste praktijken op innovatiegebied. Het jaarverslag 2007 van de Commissie zal een overzicht geven van de stand van de werkzaamheden, uitgaande van de verschillende thematische discussies die in 2006 in de Raad hebben plaatsgehad. Ten slotte moeten er geïntegreerde richtsnoeren worden uitgewerkt om het proces gedurende drie jaar te begeleiden en zal de Commissie de hervormingen en het beleid van de lidstaten op innovatiegebied evalueren.

Routekaart

Er zijn tien prioritaire acties geselecteerd in het kader van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid:

  • het optrekken van de overheidsuitgaven van de lidstaten ten behoeve van onderwijs en de bevordering van innovatie via het onderwijssysteem en de modernisering van de universiteiten;
  • de oprichting van een Europees technologie-instituut dat in 2009 operationeel moet zijn;
  • de uitwerking en implementatie van een strategie door de Gemeenschap en de lidstaten om een Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers tot stand te brengen;
  • de bevordering van de overdracht van kennis tussen de universiteiten, de publieke onderzoeksinstellingen en de industrie;
  • het richten van het Europese cohesiebeleid in de periode 2007-2013 op innovatie, inclusief het voorbehouden van een groot deel van de desbetreffende fondsen voor het innovatiebeleid;
  • de vaststelling door de Commissie van een nieuw kader voor de overheidssteun ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie vóór einde 2006, dat het mogelijk maakt de overheidsmiddelen beter op deze doelstellingen te richten;
  • de indiening door de Commissie van een nieuwe strategie met betrekking tot octrooien en de uitwerking van een meer omvattende IER-strategie (intellectuele eigendomsrechten);
  • de uitwerking van een initiatief betreffende copyright-rechten dat het mogelijk moet maken een juridisch kader voor auteursrechten tot stand te brengen dat gunstiger is voor de levering van innovatieve producten en diensten;
  • de invoering in 2007 van een strategie om het ontluiken van veelbelovende markten te vergemakkelijken;
  • de verspreiding tegen het einde van 2006 van een handboek over de wijze waarop overheidsopdrachten innovatie kunnen stimuleren.

Belangrijkste begrippen

  • Cluster: groepering van ondernemingen uit eenzelfde activiteitssector.

Laatste wijziging: 24.04.2007

Top