EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Walvisvangst

De Commissie stelt voor dat de Europese Unie en haar lidstaten op internationaal niveau gecoördineerd optreden om de walvis doeltreffend te kunnen beschermen, met name door zich te verzetten tegen de commerciële walvisvangst.

VOORSTEL

Voorstel van 19 december 2007 voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het namens de Europese Gemeenschap binnen de Internationale Walvisvaartcommissie in te nemen standpunt.

Mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire actie op het gebied van de walvisvangst [COM(2007) 823 definitief - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

De Europese Unie (EU) heeft maatregelen aangenomen die de jacht op en het vangen, het gevangen houden en het opzettelijk verstoren van walvisachtigen (walvissen, dolfijnen, enz.) verbieden. Ook mogen deze dieren en uit deze dieren verkregen producten uit derde landen niet worden verhandeld.

De bescherming van walvisachtigen wordt op Europees niveau gewaarborgd door verschillende wetsbesluiten en strategische documenten, zoals:

Daar walvissen zich echter over grote afstanden verplaatsen, kunnen zij alleen maar doeltreffend worden beschermd wanneer overal ter wereld instandhoudingsmaatregelen getroffen worden die gelijkwaardig zijn aan die van de EU.

Sinds het seizoen 1985/1986 is de walvisvangst wereldwijd verboden. Dit moratorium werd door Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) ingesteld, voornamelijk vanwege de onzekerheid over de hoeveelheid walvissen die er nog was.

De IWC, het internationale orgaan dat bevoegd is voor de instandhouding en het beheer van het walvisbestand, werd in 1946 bij een internationaal verdrag opgericht voor de regulering van de walvisvangst. Zij telde in november 2011 89 leden. De EU zetelt in de Commissie als waarnemer.

Op grond van uitzonderingsbepalingen houden verschillende landen zich in de praktijk niet aan het door de IWC ingestelde moratorium. Zo achten IJsland en Noorwegen zich niet gebonden door het moratorium, omdat zij bezwaar of voorbehoud hebben gemaakt in overeenstemming met het verdrag van 1946. Bovendien kan de walvisvangst worden voortgezet omdat nationale autoriteiten voor wetenschappelijke doeleinden bijzondere vergunningen kunnen afgeven. Met name Japan heeft "wetenschappelijke programma's" in het kader waarvan walvissen worden gevangen, waarna het vlees van die walvissen in de handel mag worden gebracht. Ten slotte is de traditionele walvisvangst voor levensonderhoud nog steeds toegestaan.

Overigens is de IWC zowel belast met het beheer van de walvisvangst als met de instandhouding van het walvisbestand. Dit dubbele mandaat leidt tot grote meningsverschillen tussen voor- en tegenstanders van de walvisvangst, wat de internationale samenwerking bemoeilijkt en de opzet van een doeltreffend systeem voor de bescherming van walvissen in de weg staat.

Om het standpunt ten gunste van de bescherming van de walvis te versterken, heeft de EU alle lidstaten die geen partij zijn bij het verdrag van 1946, verzocht zich alsnog aan te sluiten. De EU en haar lidstaten werken met andere landen samen om deze ervan te overtuigen zich tegen de walvisvangst te verzetten.

De Commissie stelt voor dat de lidstaten in het kader van de IWC een gemeenschappelijk standpunt innemen ten gunste van doeltreffende internationale regels ter bescherming van de walvis. Volgens dit standpunt moeten de lidstaten zich met name verzetten tegen de gehele of gedeeltelijke opheffing van het moratorium op de walvisvangst en de uitbreiding van het geheime stemrecht binnen de IWC. Bovendien moeten zij het volgende steunen:

  • de instelling van walvisreservaten;
  • de traditionele walvisvangst voor levensonderhoud, mits dit niet ten koste gaat van de betrokken bestanden;
  • wereldwijd geldende regels voor activiteiten in verband met de walvisvangst, met name de walvisvangst voor wetenschappelijke doeleinden;
  • voorstellen in overeenstemming met het EU-standpunt ten aanzien van het CITES-verdrag en andere internationale overeenkomsten waarbij de EU partij is;
  • de activiteiten van het Comité voor de Instandhouding en voorstellen voor de instandhouding van kleine walvisachtigen;
  • het verzamelen van wetenschappelijke gegevens met behulp van methoden die de walvissen niet schaden en onderzoek over de instandhouding van walvisbestanden.

Referenties en procedure

Voorstel

Publicatieblad

Procedure

COM(2007) 821

-

-

Laatste wijziging: 09.11.2011

Top