EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De Europese ombudsman

SAMENVATTING VAN:

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement – het statuut van de Europese ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt

SAMENVATTING

WAT DOET DIT BESLUIT?

Het stelt de voorwaarden vast waaronder de Europese ombudsman werkt.

KERNPUNTEN

Statuut en aanstelling

  • De ombudsman heeft een specifiek juridisch statuut in de Verdragen (artikel 228 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).
  • De ombudsman wordt benoemd door het Europees Parlement voor één enkele parlementaire zittingsperiode van vijf jaar en kan worden herbenoemd.
  • De ombudsman handelt onafhankelijk en aanvaardt geen instructies van enige overheid of andere organisatie.
  • Gedurende de ambtsperiode mag de ombudsman geen andere politieke of administratieve werkzaamheden, al dan niet tegen beloning, verrichten.

Bestrijding van wanbeheer

De belangrijkste functie van de ombudsman is het onderzoeken van gevallen van wanbeheer door EU-instellingen en -organen.

  • EU-instellingen en -organen dienen de ombudsman alle benodigde informatie te verschaffen en dienen aan te geven of die informatie geheim is (toegang tot geheime informatie wordt geregeld door de veiligheidsregels van de betrokken instelling of het betrokken orgaan, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1049/2001).
  • De EU-landen zijn gehouden op verzoek van de ombudsman informatie te verschaffen. Indien die informatie onder wetten op het gebied van de geheimhouding valt, verbindt de ombudsman zich ertoe de inhoud niet te verspreiden.
  • De ombudsman kan op eigen initiatief optreden of ingevolge een klacht.

Beperking van autoriteit

  • Het Hof van Justitie van de Europese Unie valt buiten de bevoegdheid van de ombudsman als het zijn rechtsprekende functie uitoefent.
  • De ombudsman heeft niet de bevoegdheid om gevallen van wanbeheer door nationale, regionale of lokale overheden in de EU-landen te onderzoeken.
  • De ombudsman mag ook niet interveniëren in een procedure voor de rechter en evenmin de gegrondheid van een rechterlijke beslissing in twijfel trekken.

Een klacht indienen

Een klacht die wordt neergelegd bij de ombudsman, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • de klacht moet worden ingediend door een burger van de EU, een persoon die in een EU-land verblijft of een instelling zoals een ngo, een stichting of een bedrijf met statutaire zetel in een EU-land (rechtspersonen);
  • de klacht moet worden opgesteld in een van de 24 officiële talen van de Unie;
  • de klacht mag enkel verwijzen naar een geval van wanbeheer vanwege een EU-instelling of -orgaan. Wanbeheer betekent machtsmisbruik, administratieve onregelmatigheden, discriminatie enz.;
  • de klacht moet worden ingediend binnen twee jaar na de datum waarop degene die de klacht indient (de klager), kennis heeft genomen van de betreffende feiten;
  • het moet een laatste toevlucht zijn, d.w.z. dat voordat iemand een klacht indient, hij de relevante administratieve stappen moet hebben genomen bij de betrokken instelling(en).

Een klacht dient als vertrouwelijk te worden geklasseerd op verzoek van de klager of op initiatief van de ombudsman, als laatstgenoemde meent dat dit nodig is om de belangen van de klager of een derde partij te beschermen.

Volgende stappen

  • 1.

    Indien de ombudsman, na een eerste onderzoek, oordeelt dat een klacht ontvankelijk is en dat er grond is voor een onderzoek, stelt hij de betrokken instelling of het betrokken orgaan op de hoogte. De instelling of het orgaan in kwestie dient dan binnen een vastgestelde termijn (gewoonlijk niet meer dan drie maanden) de ombudsman een advies te sturen.

  • 2.

    De ombudsman stuurt dat advies vervolgens naar de klager, die binnen een vastgestelde termijn (gewoonlijk niet meer dan een maand) opmerkingen mag indienen.

  • 3.

    De ombudsman kan verder onderzoek doen. Als de ombudsman klaar is met zijn onderzoek, sluit hij de zaak met een met redenen omkleed besluit dat kritische opmerkingen kan bevatten, en brengt de klager en de betrokken instelling of het betrokken orgaan op de hoogte.

  • 4.

    De ombudsman kan de zaak afsluiten met een verslag dat ontwerp-aanbevelingen voor de betrokken instelling of het betrokken orgaan bevat en dat naar de klager en de betrokken instelling of het betrokken orgaan wordt gestuurd. De betrokken instelling of het betrokken orgaan heeft dan drie maanden om de ombudsman een gedetailleerd advies te sturen waarin bijvoorbeeld de maatregelen worden opgesomd die zijn genomen om de ontwerpaanbevelingen in de praktijk te brengen.

  • 5.

    De ombudsman kan beslissen een speciaal verslag op te stellen voor het Europees Parlement indien het gedetailleerde advies niet voldoet. Dat speciale verslag kan aanbevelingen bevatten. Het wordt ook naar de klager en naar de betrokken instelling of het betrokken orgaan gestuurd.

  • 6.

    Indien de ombudsman in het kader van een onderzoek kennis heeft genomen van feiten die onder het strafrecht vallen, dient hij die onmiddellijk mee te delen aan de nationale autoriteiten, de EU-instelling die verantwoordelijk is voor de strijd tegen fraude en, indien van toepassing, de EU-instelling of het EU-orgaan waarvoor de ambtenaar of werknemer in kwestie werkt.

  • 7.

    De ombudsman legt het Europees Parlement ook een jaarlijks verslag van zijn activiteiten voor, met inbegrip van het resultaat van zijn onderzoeken.

Uitvoeringsbepalingen

De uitvoeringsbepalingen van dit besluit zijn door de ombudsman aangenomen op 8 juli 2002 en voor het laatst gewijzigd op 3 december 2008.

VANAF WANNEER IS HET BESLUIT VAN TOEPASSING?

Het besluit trad op 4 mei 1994 in werking.

ACHTERGROND

Website van de Europese ombudsman

BESLUIT

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15-18)

De opeenvolgende wijzigingen aan Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom zijn opgenomen in de basistekst. Deze geconsolideerde versie is uitsluitend bedoeld als referentie.

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43-48)

Laatste bijwerking 04.02.2016

Top