EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Humanitaire hulp en civiele bescherming

humanitarian_aid

Humanitaire hulp en burgerbescherming zijn deel van het externe optreden van de Europese Unie (EU) (vastgelegd in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)). Met name is in artikel 21, lid 2, punt g), van het VEU bepaald dat de EU haar best moet doen om hulp te verlenen aan volkeren, landen en regio’s die te kampen hebben met natuurrampen of door de mens veroorzaakte.

Humanitaire hulp, die is gebaseerd op de fundamentele humanitaire beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid, is bedoeld om ad-hocbijstand, -hulp en -bescherming te verlenen aan mensen in niet-EU-landen die het slachtoffer zijn van een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp.

Artikel 214 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de basis voor de humanitaire hulpacties van de EU en voor de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening.

Regels voor het geven van humanitaire hulp en voor de instrumenten ter financiering ervan zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1257/96 (de verordening humanitaire hulp). Het algemene beleidskader voor humanitaire hulp wordt beschreven in de Europese consensus over humanitaire hulp (2007). In maart 2021 publiceerde de Europese Commissie een mededeling over het humanitaire optreden van de EU met als motto “nieuwe uitdagingen, zelfde beginselen”. In de mededeling wordt een aantal acties voorgesteld om de wereldwijde humanitaire inspanningen van de EU te versterken. Daarmee kan worden ingespeeld op de aanzienlijke toename van de behoefte aan humanitaire hulp, die door de COVID-19-pandemie nog is verergerd.

De bevoegdheid ten aanzien van burgerbescherming is gebaseerd op artikel 196 VWEU en is geregeld in Besluit nr. 1313/2013/EU, waarmee het Uniemechanisme voor civiele bescherming in het leven werd geroepen. Dat besluit werd onlangs tweemaal gewijzigd, eerst ter versterking van de collectieve capaciteit van de EU om rampen te voorkomen en om zich op rampen voor te bereiden en daarop te reageren, en zeer recent om sneller en doelmatiger te kunnen reageren op toekomstige crises met grensoverschrijdende gevolgen, zoals de COVID-19-crisis. De EU-samenwerking op het gebied van burgerbescherming valt onder het interne beleid en de interne maatregelen van de EU, maar het Uniemechanisme voor civiele bescherming heeft ook een belangrijke externe component, die kan worden geactiveerd bij een ramp die niet-EU-landen treft.

Het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO) is belast met humanitaire hulp en burgerbescherming. Dit directoraat-generaal treedt als donor op bij humanitaire hulp door de EU en daarnaast als coördinator en bemiddelaar bij burgerbeschermingsacties op EU-niveau, waarbij gebruik wordt gemaakt van het Uniemechanisme voor civiele bescherming.