EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen: het programma Daphne

Het programma heeft ten doel bij te dragen tot het verzekeren van een hoog niveau van bescherming van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen, jongeren en vrouwen tegen geweld (met inbegrip van seksuele uitbuiting en misbruik) door preventie en hulp aan de slachtoffers, zodat verdere blootstelling aan geweld wordt voorkomen. Het programma is eind 2003 vervallen en vervangen door het programma Daphné II.

BESLUIT

Besluit nr. 293/2000/EG van 24 januari 2000 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen [Publicatieblad L 34 van 9.2.2000].

SAMENVATTING

In het onderhavige besluit gaat het allereerst om geweld waarvan kinderen, jongeren en vrouwen het slachtoffer kunnen zijn. Bij de beschrijving van de ernstige gevolgen van dit geweld wordt in de tekst de definitie overgenomen van het begrip "gezondheid" van de Wereldgezondheidsorganisatie, te weten een toestand van volkomen lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of handicap.

De noodzaak van gezamenlijk optreden op wereldschaal ter verdediging van de mensenrechten en om een einde te maken aan geweld, wordt sedert lang op verschillende niveaus en op verschillende wijzen erkend.

Verschillende maatregelen zijn in die zin genomen, zoals het Verdrag van 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, de Conventie van 1989 voor de rechten van het kind, het actieprogramma van de Conferentie van Peking van 1995, de Verklaring van Stockholm van 1996 en het actieprogramma dat is goedgekeurd door het eerste Wereldcongres tegen seksuele exploitatie van kinderen voor commerciële doeleinden.

Het programma Daphne duurde vier jaar (2000-2003), beoogde tevens de voorlichting over geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en was bedoeld als een belangrijke aanvullende steun voor de bestaande programma's. Hoewel de talrijke nationale projecten van fundamenteel belang zijn voor het welslagen van deze initiatieven, vormt de communautaire dimensie wel degelijk een meerwaarde.

Met dit programma werd een begin gemaakt met een Europese samenwerking op het niveau van de niet-gouvernementele organisaties (NGO's) en de vrijwilligersorganisaties, die een wezenlijke rol spelen bij de bestrijding van geweld ten opzichte van kinderen, jongeren en vrouwen. In vele gevallen verlenen zij diensten die de overheid niet kan verstrekken of waarvoor zij niet de nodige bevoegdheid bezit. De samenleving zal veel profijt trekken uit de aanmoediging en verspreiding in de gehele Gemeenschap van de ervaringen, ideeën en programma's van de NGO's en de uitwisseling daarvan met soortgelijke organisaties in andere lidstaten.

De door de NGO's in het kader van dit programma voorgestelde maatregelen hadden enerzijds betrekking op de totstandbrenging en uitbreiding van Europese netwerken en anderzijds op de uitvoering van innoverende modelprojecten waarvan de resultaten bruikbaar zouden kunnen zijn in andere lidstaten en regio's, zodat er een meerwaarde op Europees niveau wordt gecreëerd. Met het Daphne-programma kunnen met name goede praktijken worden bevorderd en gestimuleerd. In dit perspectief is de Europese Unie voornemens een belangrijke rol te spelen, waarbij zij een grote plaats inruimt voor subsidiariteit.

Er werden voorlichtingscampagnes georganiseerd om de publieke opinie attent te maken op de schadelijke persoonlijke en sociale gevolgen van geweld voor de slachtoffers, in gezinsverband, in de sociale groep en in de samenleving in het algemeen.

Het optreden van de NGO's was gericht zijn op de verbetering en ontwikkeling van de volgende acties:

  • uitwisseling van informatie, coördinatie en samenwerking (tussen de NGO's en de vrijwilligersorganisaties van de verschillende lidstaten en tussen de NGO's en de overheidsdiensten, met inbegrip van politie- en sociale diensten);
  • bewustmaking van het publiek en uitwisseling van de beste methoden via modelprojecten en onderzoeksprogramma's.

In het kader van de strategie ter voorbereiding van de toetreding van de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa en om voortgang te maken op de weg naar versterking van de mensenrechten stond het DAPHNE-programma open voor deze landen, alsmede voor de landen van de Europese Economische Ruimte (EER), Cyprus, Malta en Turkije, overeenkomstig bijzondere bepalingen.

Bij de tenuitvoerlegging van het programma werd de Commissie bijgestaan door een raadgevend comité, bestaande uit vertegenwoordigers van alle lidstaten en voorgezeten door de Commissie.

Voorts nam de Commissie de nodige maatregelen om te zorgen voor de follow-up en de voortdurende evaluatie van het programma. In dit verband zal de Commissie verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad in de loop van het tweede jaar van het programma en bij de afsluiting ervan. De betrokken verslagen werden eveneens toegezonden aan het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's.

De begroting van het Daphne-programma was vastgesteld op 20 miljoen euro.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding - Vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Beslissing nr. 293/2000/EG

9.2.2000-31.12.2003

-

L 34 van 9.2.2000

GERELATEERDE BESLUITEN

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het Daphne-programma (2002 - 2003) [COM (2002) 169 def. - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt]. In artikel 9 van Besluit nr. 293/2000/EG tot vaststelling van het programma Daphne voor de periode 2000-2003 wordt bepaald dat de Commissie in het midden van de looptijd een evaluatieverslag indient bij het Europees Parlement en de Raad.

In het verslag wordt de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering beschreven en wordt een overzicht van de belangrijkste verwezenlijkingen verstrekt. De Commissie verheugt zich over het succes van het programma tijdens de eerste twee jaren van de looptijd. In 2000 en 2001 werden in het kader van "Daphne" 73 nieuwe projecten gefinancierd. Hieruit blijkt dat het programma, in de vorm van financieringen van activiteiten ter bestrijding van alle vormen van geweld (binnen het gezin, tegen vrouwen, etnische minderheden, gehandicapten, enz.), beantwoordt aan zeer reële behoeften in de burgermaatschappij.

Wat de in het kader van het programma gefinancierde projecten betreft, worden volgens het evaluatieverslag de volgende tendensen waargenomen:

  • wat de werkterreinen betreft, is het duidelijk dat de door het programma gefinancierde projecten hoofdzakelijk betrekking hebben op alle vormen van seksueel geweld. Daarna volgt geweld binnen het gezin, geweld op internet en geweld ten aanzien van kinderen;
  • de meeste projecten hebben betrekking op de preventie van en de bescherming tegen geweld, maar ook andere belangrijke doelstellingen zoals wetgevingsmaatregelen, slachtofferhulp en de behandeling van delinquenten nemen een belangrijke plaats in.
  • wat de gebruikte methoden en middelen betreft, blijkt de netwerkvorming het belangrijkste instrument te zijn, gevolgd door de verspreiding van de beproefde methoden, de productie van materiaal en de bewustmakings- en opleidingsacties.

Volgens het verslag hebben de betrokken organisaties ontegenzeggelijk voordelen gehaald uit hun deelneming aan Europese partnerschappen in het kader van het Daphné-programma. Het gaat hier zowel om de lessen die zij hieruit hebben getrokken, de versterking van hun coördinatie- of beheerscapaciteiten of gewoon om de verbetering van hun imago. Het Daphné-programma is erin geslaagd de NGO-sector permanent op alle niveaus in te schakelen, hetgeen leidt tot vele nieuwe partnerschappen en samenwerkingsverbanden die leiden tot een meer samenhangend Europees beleid ter bestrijding van geweld.

In december 2001 werd het Daphne-programma tijdens het tweede Wereldcongres tegen de commerciële seksuele uitbuiting van kinderen (Yokohama) door de internationale gemeenschap erkend als een belangrijk instrument tegen geweld.

Laatste wijziging: 16.08.2007

Top