Subsidiaire bevoegdheden

Artikel 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bevat een regel waarmee de Europese Unie (EU) passende maatregelen kan nemen als de EU uit hoofde van de verdragen die bevoegdheid niet heeft.

Artikel 352 VWEU kan alleen als rechtsgrondslag worden gehanteerd wanneer:

• het overwogen optreden in het kader van de beleidsgebieden van de Verdragen (behalve het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid) nodig is om een doelstelling van de EU te verwezenlijken;
• het optreden van de EU noodzakelijk is gebleken;
• geen enkele andere Verdragsbepaling voorziet in maatregelen om deze doelstelling te verwezenlijken;
• het voorgenomen optreden er niet toe leidt dat de EU meer bevoegdheden krijgt dan in de Verdragen is voorzien.

Op voorstel van de Europese Commissie neemt de Raad van de Europese Unie unaniem wetten aan op basis van artikel 352 VWEU na goedkeuring door het Europees Parlement.

De Commissie dient de nationale parlementen door middel van de in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie voorziene controleprocedure inzake de naleving van het subsidiariteitsbeginsel en Protocol nr. 2 VWEU in kennis te stellen van maatregelen die op artikel 352 VWEU zijn gebaseerd.

ZIE OOK

• Raad van de Europese Unie
• Bevoegdheidsverdeling
• Europese Commissie
• Europees Parlement
• Europese Unie
• Institutioneel evenwicht
• Lidstaten
• Nationale parlementen en besluitvorming in de EU
• Subsidiariteitsbeginsel
• Verdragen
• Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) (samenvatting)
• Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (samenvatting)