EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Nabuurschap: strategiedocument

Dit document heeft tot doel de volgende etappes van het Europees nabuurschapsbeleid uit te tekenen. Het document bevat een lijst van prioriteiten die in de bilaterale actieplannen moeten worden opgenomen: politieke dialoog en hervorming, handel en maatregelen voor de geleidelijke deelname aan de interne markt, justitie en binnenlandse zaken, energie, vervoer, informatiemaatschappij, milieu, onderzoek en innovatie, sociaal beleid en betrekkingen tussen gemeenschappen.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 12 mei 2004 "Europees nabuurschapsbeleid - Strategiedocument" [COM(2004)373 - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt].

SAMENVATTING

Deze mededeling vormt het vervolg op twee andere mededelingen die in 2003 zijn gepresenteerd en die betrekking hadden op: "Een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden" en een eventueel "nabuurschapsinstrument". Deze mededeling is bedoeld als richtsnoer bij de komende etappes van het nieuwe Europese nabuurschapsbeleid.

Beginselen en draagwijdte

Volgens de Commissie dient de aanpak van het Europees nabuurschapsbeleid omvattend, coherent en doeltreffend te zijn. Door een nieuw elan aan de samenwerking met de nieuwe buurlanden te verlenen moet dat beleid de veiligheid, de welvaart en de stabiliteit in de regio versterken.

Wat het geografische bereik betreft, beveelt de Commissie aan Armenië, Azerbeidzjan en Georgië in het Europees nabuurschapsbeleid op te nemen. In aansluiting bij de mededeling van maart 2003 over het uitgebreide Europa stelt zij bovendien voorwaarden voor een verdergaande integratie van Belarus in het Europees nabuurschapsbeleid voor. Onder de huidige omstandigheden zullen de verbintenissen van de EU ten aanzien van dat land worden toegespitst op de democratische ontwikkeling en de ondersteuning van de civiele samenleving. Voor Libië beveelt de Commissie aan de middelen te onderzoeken om het land in het Europees nabuurschapsbeleid in te schakelen maar bevestigt zij tegelijk dat de inschakeling van Libië in het proces van Barcelona de eerste stap moet vormen.

Andere punten die de Commissie van cruciaal belang acht, zijn de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het proces, differentiatie tussen de partners en een betere aanwending van de bestaande instrumenten. De Commissie is van mening dat het Europees nabuurschapsbeleid een toegevoegde waarde biedt die verband houdt met de meer doelgerichte en beter doordachte aanpak, de mogelijkheid om een sterke mate van integratie te bereiken, de stimulans tot hervormingen, de wil om bilaterale problemen op te lossen, de duidelijk gerichte prioriteiten, de verhoging van de middelen en de bijstand aan de partners.

Actieplannen

De prioriteiten in de bilaterale actieplannen die met de verschillende partners moeten worden overeengekomen, betreffen twee grote gebieden: de gemeenschappelijke waarden en het buitenlands en veiligheidsbeleid alsmede maatregelen voor convergentie op bepaalde prioritaire terreinen zoals de economische en sociale ontwikkeling, handel en interne markt, justitie en binnenlandse zaken alsook het creëren van verbindingen en contacten. De follow-up zal worden uitgevoerd door de organen die in de verschillende bestaande overeenkomsten zijn opgericht en de Commissie zal periodieke verslagen opstellen om de actieplannen te toetsen en aan te passen.

De fundamentele vrijheden en rechten liggen ten grondslag aan dit beleid, dat een inzet voor de gemeenschappelijke waarden dient te bevorderen. Met het Europees nabuurschapsbeleid zal de politieke dialoog worden versterkt op de terreinen die in de actieplannen zijn omschreven, teneinde tot een doeltreffend multilateralisme te komen.

Dit beleid is eveneens gericht op een versterking van de preferentiële handelsbetrekkingen en een verhoging van de financiële en economische bijstand, met de mogelijkheid van een eventuele deelname aan de interne markt van de EU. In verband met de sociale dimensie dienen de dialoog en de samenwerking te worden versterkt. De vraagstukken in verband met het werknemersverkeer zullen verder in het kader van de verschillende overeenkomsten worden behandeld.

Handel en interne markt vormen een andere belangrijke component. De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen moeten beter convergeren en het Europees nabuurschapsbeleid zal zorgen voor mechanismen om de liberalisering van de handel en de regionale integratie te versterken. Op het gebied van het goederenverkeer dient de administratieve samenwerking te worden verbeterd teneinde de niet-tarifaire hinderpalen geleidelijk weg te werken. Voor landbouwproducten is de convergentie van sanitaire en fytosanitaire controles van essentieel belang. Voor het vrije verkeer van diensten ten slotte dient een convergentie van de wetgeving tot stand te worden gebracht. Parallel daarmee moet het investeringsklimaat worden verbeterd, dienen er onafhankelijke instanties voor toezicht op de mededinging te worden opgericht en dient het belastingstelsel te worden gemoderniseerd en transparanter gemaakt.

Op het gebied van justitie en binnenlandse zaken dient de werking van de overheidsinstellingen te worden verbeterd om de strijd aan te gaan tegen problemen zoals migratiedruk, mensenhandel en terrorisme.

Een ander sleutelelement van het Europees nabuurschapsbeleid is het creëren van aansluitingen met de buurlanden. De Commissie beveelt aan dat de energie- en vervoerverbindingen worden verbeterd en versterkt. Milieu, informatiemaatschappij en onderzoek en innovatie zijn andere sectoren waarin de onderlinge betrekkingen moeten worden verbeterd. Niet alleen materiële aansluitingen zijn noodzakelijk maar ook persoonlijke contacten: culturele, educatieve en sociale banden moeten dus worden gestimuleerd.

Regionale samenwerking

Het Europees nabuurschapsbeleid zal op gedifferentieerde wijze worden geïmplementeerd. Voor wat het Oosten betreft, zijn de prioriteiten:

  • versterking van de samenwerking op het gebied van economie, bedrijfsleven, werkgelegenheid en sociaal beleid, handel- en infrastructuur;
  • milieu, nucleaire veiligheid en natuurlijke hulpbronnen;
  • justitie en binnenlandse zaken;
  • vraagstukken in verband met de contacten tussen de gemeenschappen.

In het Middellandse-Zeegebied dient de regionale en subregionale samenwerking te worden gesteund op het acquis van het Euromediterraan partnerschap. Op regionaal niveau gelden de volgende strategische prioriteiten:

  • Zuid-Zuid-integratie;
  • subregionale samenwerking;
  • harmonisatie van het wettelijk en bestuursrechtelijk kader.

Voor de samenwerking in deze regio gelden de volgende prioriteiten:

  • onderlinge aansluiting van de infrastructuur;
  • milieu;
  • justitie en binnenlandse zaken;
  • handel, convergentie van de regelgeving en sociaal-economische ontwikkeling.

Steun voor het Europees nabuurschapsbeleid

De financiële steun voor de huidige instrumenten van het Europees nabuurschapsbeleid is aanzienlijk en vertegenwoordigde in de periode 2000-2003 in totaal circa 3.700 miljoen euro. Tijdens die periode is uit het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten circa 60 miljoen euro toegekend en heeft de Europese Investeringsbank aan de mediterrane landen leningen voor een bedrag van circa 3.400 miljoen euro toegekend. Ten slotte is macrofinanciële en humanitaire hulp verleend aan derde landen die met uitzonderlijke problemen te kampen hebben.

Wat de instrumenten betreft, heeft de Commissie voorgesteld een aantal instrumenten te harmoniseren, met name die welke thans onder Tacis en MEDA vallen. Voorts wordt in een recente mededeling de mogelijkheid van een nieuw nabuurschapsinstrument overwogen. Gezien de juridische en budgettaire problemen die moeten worden opgelost, zal de aanpak in twee fasen verlopen en zal de werking van het nieuwe instrument pas in 2006 van start kunnen gaan. Vanaf 2007 zal het instrument steun verlenen voor projecten inzake grensoverschrijdende en regionale samenwerking waarbij alle deelnemers zijn betrokken. Voorts zal de leningscapaciteit van de EIB worden versterkt.

In de mededeling van juli 2003 worden drie keuzemogelijkheden gepresenteerd: in het strategiedocument wordt gesteld dat een nieuwe overkoepelende verordening betreffende een nabuurschapsinstrument voor de financiering van activiteiten in en buiten de Unie het best aan de behoeften zou beantwoorden. De Commissie stelt bovendien voor om voor het gehele instrument slechts één begrotingshoofdstuk aan te wenden, waarbij de begrotingslijnen cohesie en buitenlands beleid het centrale deel vormen.

De Commissie is van oordeel dat artikel 181A van het EG-Verdrag de passende rechtsgrondslag vormt. Aangezien dit artikel betrekking heeft op samenwerking met derde landen, zou het de mogelijkheid moeten bieden tot de financiering van gezamenlijke maatregelen. Het instrument zal worden gebaseerd op de beginselen van de bestaande grensoverschrijdende programma's zoals partnerschap, meerjarige programmering en cofinanciering. Het instrument zal alle grenzen bestrijken, steun verlenen voor de transnationale samenwerking tussen op zijn minst één lidstaat en op zijn minst één partnerland en de bestaande binnen- en buitenlandse grensoverschrijdende programma's vervangen.

Het nieuwe instrument zal functioneren in het kader van twee afzonderlijke financieringscomponenten. De eerste component zal steun verlenen voor grensoverschrijdende samenwerking, met hoofdzakelijk bilaterale programma's. De tweede component zal een soepeler steun verlenen voor de ruimere transnationale samenwerking die in het algemeen op specifieke thema's wordt toegespitst. Enkele voorbeelden zijn milieu, integratie in de energie-, telecommunicatie- en vervoernetwerken, volksgezondheid alsmede bestrijding en preventie van de georganiseerde misdaad.

Wat de begroting betreft, zullen de middelen substantieel worden verhoogd en zullen bepalingen worden opgenomen om een herschikking van de middelen ten gunste van bepaalde programma's en projecten mogelijk te maken. Hierdoor zullen de hinderpalen voor de absorptie van middelen worden weggewerkt en de goede resultaten worden beloond.

Gerelateerde besluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2003: "De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden" [COM(2003)104 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

Mededeling van de Commissie van 1 juli 2003: "De weg effenen voor een nieuw nabuurschapsinstrument" [COM(2003)393 def. - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt].

See also

  • Verdere informatie over het nabuurschapsbeleid van de Europese Unie (DE) (EN) (FR) is beschikbaar op de desbetreffende internetsite

Laatste wijziging: 10.04.2006

Top