EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Partnerschap voor de toetreding van de Tsjechische Republiek

Het partnerschap voor de toetreding is bedoeld om de autoriteiten van het kandidaatland te helpen bij hun inspanningen om aan de toetredingscriteria te voldoen. Het toetredingspartnerschap, waarin de prioriteiten van de voorbereiding van het land op de toetreding, met name de tenuitvoerlegging van het acquis, uitvoerig uiteengezet worden, vormt de basis voor de programmering van de pretoetredingssteun die uit communautaire fondsen, zoals het Phare-programma, wordt toegekend.Na de ondertekening van het Toetredingsverdrag op 16 april 2003 en de officiële toetreding van het land tot de Europese Unie op 1 mei 2004 is het partnerschap voor de toetreding komen te vervallen.

In de mededeling "Agenda 2000 (es de fr)" heeft de Europese Commissie een reeks voorstellen gedaan ter versterking van de pretoetredingsstrategie voor alle kandidaat-landen in Midden- en Oost-Europa (LMOE). De algemene doelstelling van deze strategie bestaat erin een samenhangend programma te bieden om deze landen op de toetreding tot de Europese Unie voor te bereiden en in het bijzonder:

  • de verschillende vormen van door de Europese Unie geboden steun in één kader, de partnerschappen voor de toetreding, samen te brengen;
  • de kandidaat-landen vertrouwd te maken met de procedures en het beleid van de Europese Unie door hun de mogelijkheid te bieden aan communautaire programma's deel te nemen.

1) DOELSTELLING

Het partnerschap voor de toetreding (goedgekeurd in maart 1998 en gewijzigd in december 1999 en januari 2002) heeft als doel de samenbrenging in één juridisch kader van de in het advies van de Commissie over de toetredingsaanvraag van de Tsjechische Republiek vastgestelde prioritaire werkterreinen, van de beschikbare financiële middelen om de Tsjechische Republiek te helpen deze prioriteiten ten uitvoer te leggen en van de voor deze steunverlening geldende voorwaarden. Dit partnerschap vormt de basis van een reeks instrumenten die bedoeld zijn om de kandidaat-lidstaten te helpen bij de voorbereiding op hun toetreding.

Deze instrumenten omvatten onder andere een nationaal programma voor de overname van het communautair acquis (NPOA), de gezamenlijke evaluatie van de prioriteiten van het economisch beleid voor de middellange termijn, het pact tegen de georganiseerde misdaad, het nationaal ontwikkelingsplan en andere sectoriële programma's die nodig zijn om na de toetreding deel te nemen aan de structuurfondsen en om ISPA en SAPARD voor de toetreding ten uitvoer te leggen. In 2002 vormde het partnerschap voor de toetreding het uitgangspunt voor de uitwerking van een actieplan om de bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit van de Tsjechische Republiek te versterken.

Deze instrumenten maken geen integrerend deel uit van het huidige partnerschap doch hun prioriteiten zijn daarmee verenigbaar.

Het houden van toezicht op de tenuitvoerlegging van het partnerschap voor de toetreding zal in het kader van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Tsjechische Republiek plaatsvinden.

2) PRIORITEITEN

De prioriteiten zijn in twee groepen verdeeld: die op korte en die op middellange termijn. De prioritaire problemen van de eerste groep zijn die waarvoor van de Tsjechische Republiek in de loop van 2000 een oplossing of vooruitgang werd verwacht. Voor de prioritaire problemen van de tweede groep moet voor eind 2003 een oplossing worden gevonden.

De Tsjechische Republiek heeft ten dele de prioriteiten in verband met de economische en politieke criteria gerealiseerd. Zij heeft volledig of in ruime mate de prioriteiten gerealiseerd in verband met het vrije verkeer van personen en van kapitaal, de economische en monetaire unie, statistieken, sociale zaken en werkgelegenheid, energie, cultuur en audiovisueel beleid, milieu, bescherming van de consumenten en de gezondheid, samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken en financiële controle. De meeste andere prioriteiten zijn ten dele gerealiseerd.

In december 1999 zijn de prioriteiten van het partnerschap voor de toetreding herzien (zie blz. 3 van de bijlage bij Besluit 1999/858/EG). In november 2000 zijn deze prioriteiten voor een tweede maal herzien. In 2002 is een laatste herziening gepubliceerd (Besluit 2002/85/EG). Die vormt het referentiedocument waarop het verslag van de Commissie over het jaar 2002 is gebaseerd.

De prioritaire gebieden zijn:

(Voor toegang tot de laatste informatie, ga naar de analyse van de overname van het acquis communautaire).

3) FINANCIEEL KADER

Phare

Het Phare-programma 2000 voor de Tsjechische Republiek voorzag in een nationale dotatie van 59 miljoen euro. Daarnaast werd nog eens 10 miljoen euro toegekend voor een programma voor grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland. Daarenboven werd 5 miljoen euro toegekend voor samenwerking met Oostenrijk en 5 miljoen euro voor samenwerking met Polen. Het Phare-programma heeft in de periode 1999-2000 722,5 miljoen euro toegekend aan de Tsjechische republiek. Phare 2001 kende 65,4 miljoen euro toe. Een aanvullend bedrag van 19 miljoen euro was bestemd voor grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland (10 miljoen euro), Oostenrijk (4 miljoen euro) en Polen (4 miljoen euro). Phare 2002 kende 60 miljoen euro toe plus een budget van 24,8 miljoen euro als aanvullende faciliteit voor de versterking van de instellingen van het land. Een andere aanvullende bijstand werd toegekend voor de grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland (10 miljoen euro), Oostenrijk (4 miljoen) en Polen (5 miljoen).

De autoriteiten van het partnerland zijn verantwoordelijk voor de met de bijstand verband houdende contracten en betalingen. Het Financieel Reglement van de Europese Gemeenschappen verplicht de Commissie er echter toe toezicht te houden op de procedure voor de gunning van opdrachten en om elk door Phare gefinancierd en door het partnerland ondertekend contract goed te keuren voordat het in werking treedt.

Pretoetredingssteun

Vanaf het jaar 2000 omvat de financiële bijstand ook steun voor de landbouw en de plattelandsontwikkeling (SAPARD) en een structureel instrument (ISPA), waarbij prioriteit wordt toegekend aan maatregelen op het gebied van vervoer en milieu. De verordening tot coördinatie van de steun uit Phare, SAPARD en ISPA, die in juni 1999 is goedgekeurd, stelt de Commissie in staat de contracten achteraf te controleren wanneer zij de financiële controle door het partnerland onvoldoende acht.

Voor de periode 2000-2002 bedroeg de jaarlijks beschikbare financiële bijstand 79 miljoen euro voor Phare, 22 miljoen euro voor SAPARD en tussen 55 en 80 miljoen euro voor ISPA. SAPARD 2002 kende 23,1 miljoen euro toe aan de Tsjechische Republiek. Het ISPA-budget voor 2002 bedroeg tussen 59,9 en 87,1 miljoen euro.

4) REFERENTIES

Besluit 98/267/EG van 30.3.1998Publicatieblad L 121 van 23.04.1998

Besluit 1999/858/EG van 6.12.1999Publicatieblad L 335 van 28.12.1999

Advies van de Commissie COM(97) 2009 def.Niet verschenen in het Publicatieblad

Verslag van de Commissie COM(98) 708 defNiet verschenen in het Publicatieblad

Verslag van de Commissie COM(1999) 503 def.Niet verschenen in het Publicatieblad

Verslag van de Commissie COM(2000) 703 def.Niet verschenen in het Publicatieblad

Verslag van de Commissie COM(2001) 700 def. - SEC(2001) 1746Niet verschenen in het Publicatieblad

Besluit 2002/85/EG van 28.1.2002Publicatieblad L 44 van 14.2.2002

Verslag van de Commissie COM(2002) 700 def. - SEC(2002) 1402

Verdrag betreffende toetreding tot de Europese Unie [Publicatieblad L 236 van 23.9.2003]

Laatste wijziging: 19.11.2004

Top