EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2009/28/EG – bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.

WAT IS HET DOEL VAN DEZE RICHTLIJN?

  • Met deze richtlijn, waarmee de eerdere Richtlijnen 2001/777/EG en 2003/30/EG worden gewijzigd en ingetrokken, wordt een aantal gemeenschappelijke regels gesteld voor het gebruik van hernieuwbare energie in de EU om de uitstoot van broeikasgas te beperken en schoner vervoer te bevorderen.
  • Er worden voor alle EU-landen bindende nationale doelen bepaald die ervoor moeten zorgen dat hernieuwbare energiebronnen voor 2020 20 % van de EU-energie en 10 % specifiek voor de vervoerssector uitmaken (beide gemeten op basis van het bruto-eindverbruik van energie, d.w.z. de totale hoeveelheid energie die wordt verbruikt door alle energiebronnen, waaronder hernieuwbare energiebronnen).

KERNPUNTEN

  • Ieder EU-land moet een nationaal actieplan voor 2020 opstellen waarin wordt uiteengezet hoe de nationale doelstelling voor hernieuwbare energiebronnen met betrekking tot het bruto-eindverbruik van energie en het streefdoel van 10 % voor hernieuwbare energiebronnen in de vervoerssector moeten worden behaald.
  • Om deze doelen op een kosteneffectieve manier te bereiken, kunnen EU-landen energie van hernieuwbare bronnen* uitwisselen. Ook kunnen EU-landen hernieuwbare energie van landen buiten de EU ontvangen voor hun actie-plannen, gesteld dat deze energie in de EU wordt verbruikt en dat ze door moderne/efficiënte installaties wordt geproduceerd.
  • Elk EU-land moet de herkomst van elektriciteit, verwarming of koeling van hernieuwbare energiebronnen kunnen garanderen.
  • EU-landen moeten de nodige infrastructuur aanleggen voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in de vervoerssector.

Met Richtlijn (EU) 2015/1513 worden Richtlijnen 2009/28/EG en 98/70/EG, de Europese wetgeving betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof, gewijzigd. Een van de doelen is de overgang van conventionele* (eerste generatie) biobrandstoffen naar geavanceerde* (tweede generatie) biobrandstoffen waarmee de BKG-emissie aanzienlijk wordt verminderd. Een nieuwe bepaling is dat conventionele biobrandstoffen voor 2020 voor maximaal 7 % mee mag tellen in het bereiken van de doelstelling van de richtlijn voor het totale eindverbruik van hernieuwbare energie in het vervoer.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is vanaf 25 juni 2009 van toepassing. De EU-landen moesten de richtlijn voor 5 december 2010 in nationaal recht omzetten.

ACHTERGROND

  • Deze richtlijn implementeert een van de 20-20-20-doelstellingen van het Europese klimaat- en energiepakket voor 2020. De andere twee doelstellingen zijn:
    • een verlaging van de broeikasgasemissies met 20 % ten opzichte van het niveau van 1990; en
    • een verhoging van de energie-efficiëntie met 20 %.

Zie voor meer informatie:

* KERNBEGRIPPEN

Energie uit hernieuwbare bronnen: energie uit niet-fossiele bronnen, zoals wind, zon, geothermische energie, waterkracht, biomassa en gas uit rioolzuiveringsinstallaties (bijvoorbeeld methaan)

Conventionele biobrandstoffen: vervaardigd uit voedselgewassen, zoals suiker, zetmeel en plantaardige oliën. Ze worden geproduceerd op grond met gebruikmaking van grondstoffen die ook voor levensmiddelen en diervoeders gebruikt kunnen worden.

Geavanceerde biobrandstoffen: afkomstig uit bronnen die niet direct met voedsel- en diervoedergewassen concurreren, zoals afval en residuen van de landbouw.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140, 5.6.2009, blz. 16-62)

Achtereenvolgende wijzigingen van en correcties in Richtlijn 2009/28/EC zijn in de basistekst verwerkt. Deze geconsolideerde versie is alleen van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PB L 350, 28.12.1998, blz. 58-68)

Zie geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 21.02.2017

Top