EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De sociale verantwoordelijkheid van bedrijven. Een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling

De vaststelling van deze Europese strategie moet ondernemingen en betrokken partijen ten goede komen en aan de duurzame ontwikkeling van de Europese Unie (EU) bijdragen. Het economische succes van ondernemingen hangt immers niet alleen af van strategieën om op korte termijn zoveel mogelijk winst te maken, maar ook van sociale en milieudoelstellingen, met inachtneming van de belangen van de consument.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven: een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling [COM(2002) 347 definitief - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

De Commissie stelt een Europese strategie voor ter bevordering van de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven (CSR). CSR betekent dat bedrijven sociale en milieudoelstellingen nastreven in hun bedrijfsactiviteiten en relaties met andere actoren.

De Commissie onderstreept dat CSR-programma’s aan de duurzame ontwikkeling van de Europese Unie (EU) bijdragen. Bovendien hebben zij een positieve invloed op het beheer en het concurrentievermogen van bedrijven, gezien met name:

  • de mondialisering van de handel, die inhoudt dat bedrijven activiteiten en verantwoordelijkheden hebben in het buitenland, waaronder de ontwikkelingslanden;
  • de toenemende aandacht van de consument voor het imago en de reputatie van bedrijven;
  • de inaanmerkingneming van de CSR-activiteiten door financiële instellingen en beleggers in de analyse van de risico- en de succesfactoren van bedrijven;
  • de mogelijkheid om CSR-activiteiten te gebruiken om de competenties van werknemers te ontwikkelen.

Beginselen van de Europese strategie

De door de Commissie voorgestelde strategie voor de bevordering van CSR stoelt op een reeks beginselen:

  • het vrijwillige karakter, de transparantie en de geloofwaardigheid van de CSR-activiteiten;
  • het bepalen van de terreinen waarop Europese maatregelen een meerwaarde bieden;
  • het evenwicht tussen de op economisch, sociaal en milieugebied en ten aanzien van de belangen van de consumenten genomen maatregelen;
  • de inaanmerkingneming van de specifieke behoeften van het midden- en kleinbedrijf (MKB);
  • naleving van de internationale overeenkomsten en instrumenten (met name die van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)).

Kernmaatregelen van de Europese strategie

De Commissie wil de kennis over het effect van CSR op de economische prestaties van bedrijven verruimen. Daarom stelt zij voor studies te laten verrichten, bewustmakingsacties op te zetten en informatie te verspreiden.

De uitwisseling van goede praktijken tussen ondernemingen en tussen lidstaten moet eveneens worden aangemoedigd, door netwerkvorming en coördinatie tussen de betrokken partijen.

De capaciteiten van de bedrijven moeten worden ondersteund, met name middels Europese financiële steun voor de opleiding van werknemers. Bovendien moeten de CSR-beginselen opgenomen worden in de opleidingsprogramma’s inzake bedrijfsbeheer.

De capaciteit van het MKB om initiatieven te nemen moet worden vergroot, rekening houdend met zijn specifieke kenmerken en beperkte middelen. Daartoe stimuleert de Commissie de uitwisseling en verspreiding van goede praktijken, de verstrekking van informatie over CSR aan MKB-organisaties, samenwerking tussen grote en kleine ondernemingen en bewustmakingsacties.

De transparantie van de CSR-instrumenten en -praktijken moet worden gewaarborgd. Daarom moedigt de Commissie de vaststelling aan van:

  • gedragscodes (betreffende de rechten van de werknemers, mensenrechten, bescherming van het milieu enz.);
  • managementnormen (teneinde de sociale en milieuaspecten in de dagelijkse activiteiten van de ondernemingen te integreren);
  • meetinstrumenten voor prestaties (zoals interne evaluatieverslagen);
  • labels en etikettering van producten;
  • normen voor SRI (sociaal verantwoordelijke investeringen), teneinde investeerders aan te zetten de CSR-resultaten van bedrijven in aanmerking te nemen in hun investeringsbeslissingen.

De oprichting van een Europees forum kan nuttig zijn voor alle bij CSR-activiteiten betrokken partijen. Het forum dient te worden opgezet als een platform voor de uitwisseling van ervaringen, samenwerking en vaststelling van de gebieden waarop Europese maatregelen aangewezen zijn. De Commissie verzoekt het forum zich in de eerste plaats bezig te houden met:

  • het verband tussen CSR en het concurrentievermogen van bedrijven;
  • de bijdrage van CSR aan duurzame ontwikkeling, ook in de ontwikkelingslanden;
  • specifieke problemen van het MKB in verband met CSR;
  • de doelmatigheid van de bestaande gedragscodes;
  • de gemeenschappelijke richtsnoeren en criteria voor de evaluatie van CSR-activiteiten;
  • programma’s voor het toekennen van labels;
  • de verspreiding van informatie over sociaal verantwoordelijke investeringen.

Ten slotte stelt de Commissie voor de CSR-doelstellingen in alle Europese beleidsdomeinen op te nemen. Zoals aangegeven in de strategie voor duurzame ontwikkeling heeft de EU er zich namelijk toe verbonden bij beleidsmaatregelen rekening te houden met economische, sociale en milieuoverwegingen. Bovendien zijn de CSR-beginselen van bijzonder belang in het EU-beleid inzake:

  • werkgelegenheid en sociale aangelegenheden, met name op het gebied van onderwijs en opleiding, gelijke kansen en sociale integratie van personen met een handicap en anticipatie op veranderingen en herstructureringen in het bedrijfsleven;
  • milieu, door de evaluatie van milieuresultaten, milieutechnologieën en de milieu-efficiëntie van producten (dat wil zeggen de verhouding tussen de hoeveelheid geproduceerde goederen en het milieu-effect daarvan);
  • consumenten, met name voor de bewustmaking van de consument voor de sociale en de milieunormen;
  • openbare aanbestedingen, teneinde sociale en milieucriteria te hanteren in de procedures voor de gunning van overheidsopdrachten;
  • buitenlandse handel, buitenlandse betrekkingen en ontwikkeling, ook ten aanzien van multinationals;
  • overheidsadministratie, aangezien de Europese instellingen zich er ook toe verbinden de CSR-beginselen toe te passen.

Context

Deze mededeling ligt in het verlengde van het in 2001 gepubliceerde groenboek over CSR.

Laatste wijziging: 17.08.2011

Top