EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Gelijke behandeling ongeacht ras of etnische afstamming

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2000/43/EG — toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming

WAT IS HET DOEL VAN DEZE RICHTLIJN?

  • De richtlijn heeft tot doel discriminatie op grond van ras of etnische afstamming te bestrijden.
  • De richtlijn behelst de minimumeisen voor de invoering van het beginsel van gelijke behandeling van personen in de Europese Unie (EU).
  • Door discriminatie te ontmoedigen moet de richtlijn bijdragen aan meer participatie in het economische en sociale leven en sociale uitsluiting verminderen.

KERNPUNTEN

  • De richtlijn is gebaseerd op het beginsel van gelijke behandeling tussen mensen en verbiedt zowel directe* als indirecte* discriminatie, intimidatie*, instructies om te discrimineren en represailles*.
  • De richtlijn geldt voor iedereen en voor alle beroepssectoren betreffende:
    • toegang tot arbeid;
    • arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van bevordering en salariërings- en ontslagvoorwaarden;
    • toegang tot beroepsopleiding;
    • betrokkenheid bij een werkgevers- of werknemersorganisatie of enige beroepsorganisatie;
    • toegang tot sociale bescherming en gezondheidszorg;
    • onderwijs;
    • sociale voordelen;
    • toegang tot en aanbod van goederen en diensten, met inbegrip van huisvesting.
  • De richtlijn is niet van toepassing op verschillen in behandeling op grond van nationaliteit of de bepalingen inzake inreis en verblijf van burgers uit niet-EU-landen.

Afwijkingen van het beginsel van gelijke behandeling

  • Afwijking op gebied van arbeid wordt toegestaan wanneer ras of etnische afstamming een wezenlijke professionele vereiste vormt. Deze afwijking moet kunnen worden gerechtvaardigd door de aard van de activiteit en de voorwaarden waaronder deze wordt uitgevoerd. De afwijking moet legitiem en evenredig zijn.
  • De richtlijn is niet tegen positieve acties, namelijk nationale maatregelen om de nadelen in verband met ras of etnische afstamming te voorkomen of te compenseren.

Rechtsmiddelen en handhaving

  • Eenieder die zich een slachtoffer van discriminatie op grond van ras of etnische afstamming acht, moet toegang krijgen tot gerechtelijke en/of administratieve procedures. Verenigingen en andere betrokken rechtspersonen mogen ook namens of ter ondersteuning van de klager of klaagster procedures aanspannen.

Het slachtoffer van discriminatie hoeft alleen maar een vermoeden van discriminatie aan te tonen, waarna de verweerde moet bewijzen dat er geen discriminatie heeft plaatsgevonden.

Sociale dialoog en civiele dialoog

  • De sociale partners zorgen voor de bevordering van gelijke behandeling, met name door toe te zien op de praktijk op het werk en door gedragscodes en collectieve overeenkomsten op te stellen. De richtlijn moedigt in het algemeen aan om overeenkomsten te sluiten met antidiscriminatieregels op gebieden die binnen de werkingssfeer van collectieve onderhandelingen vallen.
  • Civiele dialoog met het betrokken maatschappelijk middenveld wordt eveneens aangemoedigd.

Organen voor de bevordering van het beginsel

Ieder EU-land moet ten minste één orgaan oprichten voor de bestrijding van discriminatie, die vooral verantwoordelijk is om slachtoffers te helpen en onafhankelijke onderzoeken uit te voeren.

Aanbeveling van de Raad

In 2013 nam de Raad een aanbeveling aan met een op een aantal gebieden te nemen maatregelen, waaronder antidiscriminatie om de integratie van Roma te verbeteren. De aanbeveling bouwt voort op Richtlijn 2000/43/EG en benadrukt het belang van de praktische handhaving ervan.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 19 juli 2000 van toepassing. EU-landen moesten de richtlijn voor 19 juli 2003 omzetten in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Het Verdrag van Lissabon (artikel 19 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) voorziet in een juridische basis om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden.

* KERNBEGRIPPEN

Directe discriminatie: wanneer iemand op grond van ras of etnische afstamming ongunstiger wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld.

Indirecte discriminatie: wanneer een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen van een bepaald ras of een bepaalde etnische afstamming in vergelijking met andere personen bijzonder benadeelt, tenzij die bepaling, maatstaf of handelwijze objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

Intimidatie: ongewenst gedrag dat met ras of etnische afstamming verband houdt en tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

Represailles: onrechtvaardige of wrede behandeling van iemand die over discriminatie klaagt of die iemand anders helpt bij een klacht over discriminatie.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2000/43/EEG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L 180, 19.7.2000, blz. 22-26)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2000/43/EEG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Toepassing van richtlijn 2000/43/EG van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (COM(2006) 643 def., 30.10.2006)

Aanbeveling van de Raad van 9 december 2013 over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten (PB C 378, 24.12.2013, blz. 1-7)

Verslag van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Gezamenlijk verslag inzake de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming („richtlijn rassengelijkheid”) en van Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep („richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep”) (COM(2014) 2 final, 17.1.2014)

Laatste bijwerking 23.02.2017

Top