EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Erkenningsregeling voor beroepskwalificaties

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • De richtlijn voorziet in de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties in de Europese Unie (EU), dat, met bepaalde aanpassingen, ook geldt voor de andere landen van de Europese Economische Ruimte / Europese Vrijhandelsassociatie (EER/EVA) en voor Zwitserland.
  • Het is bedoeld om beroepsbeoefenaren in andere EU-lidstaten toegang tot de arbeidsmarkt te bieden, grensoverschrijdende dienstverlening verder te vergemakkelijken en administratieve procedures te vereenvoudigen.
  • De richtlijn voert een wederzijdse evaluatie in van nationale beroepsregelingen en een transparantieoefening (d.w.z. screening van de toegangsbeperkingen tot beroepen en beoordeling of deze noodzakelijk zijn).
  • Ze bevat ook permanente transparantieverplichtingen die alle lidstaten ertoe verplichten verslag uit te brengen over de beroepen die zij reguleren, en de Europese Commissie mee te delen waarom zij van mening zijn dat bestaande of nieuwe eisen in overeenstemming zijn met de beginselen van niet-discriminatie en evenredigheid.
  • Ze is van toepassing op alle onderdanen van EU- en EER/EVA-landen en Zwitserland die als zelfstandige of als werknemer een gereglementeerd beroep willen uitoefenen in een ander land dan dat waar zij hun beroepskwalificaties hebben behaald.
  • De Commissie heeft een interactieve kaart gepubliceerd van de gereglementeerde beroepen in de EU. Dit zijn beroepen waartoe de toegang, of het recht om ze uit te oefenen, afhangt van het hebben van specifieke kwalificaties. Hieronder vallen ook beroepen waarvoor het gebruik van een specifieke titel is beschermd, zoals chartered en certified accountants in Ierland.
  • Ze is niet van toepassing op beroepen die onder specifieke richtlijnen vallen, zoals Richtlijn 2006/43/EG betreffende wettelijke auditors. In geval van advocaten vallen hun kwalificaties weliswaar onder Richtlijn 2005/36/EG, maar zij profiteren ook van twee specifieke richtlijnen (77/249/EEG en 98/5/EG) die hun extra mogelijkheden bieden om grensoverschrijdende diensten te verlenen, hetzij tijdelijk, hetzij door zich permanent in andere lidstaten te vestigen.

KERNPUNTEN

Tijdelijke mobiliteit

  • Beroepsbeoefenaren kunnen hun diensten tijdelijk en incidenteel in een andere lidstaat verrichten vanuit hun plaats van vestiging in hun thuisland.
  • Het land van bestemming kan om een voorafgaande verklaring vragen, maar hoeft de erkenningsprocedures niet te doorlopen.
  • Dit geldt niet voor beroepen met implicaties voor de volksgezondheid en de veiligheid, waarvoor de lidstaten krachtens artikel 7, lid 4, van de richtlijn de voorafgaande erkenning van hun kwalificatie kunnen eisen.

Vaste inrichting

De richtlijn voorziet in drie erkenningsregelingen:

  • 1.

    automatische erkenning voor beroepen waarvan de minimumopleidingseisen tot op zekere hoogte op EU-niveau zijn geharmoniseerd: artsen, verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers, beoefenaren van de tandheelkunde, dierenartsen, verloskundigen, apothekers en architecten;

  • 2.

    automatische erkenning voor bepaalde beroepen op basis van hun beroepservaring: beroepsbeoefenaren in handel, ambacht en industrie;

  • 3.

    het algemene systeem voor bovengenoemde beroepen die niet onder het stelsel van automatische erkenning vallen, is gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning van kwalificaties.

Het algemene systeem geldt ook voor de andere gereglementeerde beroepen waar toegang wordt verleend aan iedereen die kan aantonen dat hij of zij volledig gekwalificeerd is in het thuisland.

Indien de autoriteiten van het ontvangende land echter aanzienlijke verschillen vaststellen tussen de in het thuisland van de betrokkene gevolgde opleiding en de voor dezelfde activiteit in hun land vereiste opleiding, kunnen zij de betrokkene de keuze bieden tussen een aanpassingsstage of een proeve van bekwaamheid. De beroepservaring van de aanvrager moet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van het opleggen en de omvang van dergelijke compenserende maatregelen.

Gedeeltelijke toegang

  • De richtlijn introduceerde het beginsel van gedeeltelijke toegang tot een beroep wanneer de activiteiten die onder een gereglementeerd beroep vallen van land tot land verschillen.
  • Dit kan nuttig zijn voor beroepsbeoefenaren die werkzaam zijn in een echte economische sector die niet als zelfstandig beroep bestaat in de lidstaat waarnaar zij willen verhuizen.

Taalcontroles

  • De richtlijn staat ontvangende landen alleen toe systematische taalcontroles uit te voeren voor beroepen die gevolgen hebben voor de veiligheid van patiënten.
  • Taalcontroles mogen pas plaatsvinden nadat het ontvangende land de kwalificatie heeft erkend, moeten beperkt blijven tot de kennis van één officiële of administratieve taal van het ontvangende land en moeten in verhouding staan tot het uit te oefenen beroep.

Europese beroepskaart

  • De richtlijn, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2013/55/EU, voorziet in de mogelijkheid om voor geselecteerde beroepen een Europese beroepskaart (EPC) in te voeren. Hierdoor kunnen professionals hun kwalificaties eenvoudiger en sneller laten erkennen via een gestandaardiseerde elektronische procedure. De kaart is gebaseerd op het gebruik van het informatiesysteem voor de interne markt en wordt afgegeven in de vorm van een elektronisch certificaat.
  • De EPC is in de eerste fase al ingevoerd voor algemeen ziekenverplegers, fysiotherapeuten, apothekers, berggidsen en makelaars in onroerend goed.

Toegang tot online informatie en procedures

  • Lidstaten moeten alle informatie over de erkenning van kwalificaties voor alle gereglementeerde beroepen beschikbaar stellen via één contactpunt.
  • Beroepsbeoefenaren moeten de onder de richtlijn vallende procedures en formaliteiten online kunnen afwikkelen via het één contactpunt of de voor het beroep bevoegde autoriteiten.
  • De bijstandscentra in elke lidstaat moeten advies en bijstand verlenen in individuele gevallen.

Uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen

In 2015 heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 vastgesteld, waarin de procedure is uiteengezet voor:

  • afgifte van de EPC; en
  • toepassing van een waarschuwingsmechanisme dat is ingevoerd bij Richtlijn 2005/36/EG en dat ervoor zorgt dat patiënten en consumenten in de EU adequaat worden beschermd tegen beroepsbeoefenaren aan wie de uitoefening van het beroep in een land is verboden of beperkt of die vervalste diploma’s hebben gebruikt bij hun aanvraag om erkenning van hun kwalificatie.

In 2020 heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1190 vastgesteld ter correctie van Verordening (EU) 2015/983 en ter verduidelijking dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst beslist of de tijdelijke EPC’s die na de voorafgaande controle van de kwalificaties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de richtlijn zijn afgegeven, worden verlengd.

De Commissie heeft ook gedelegeerde besluiten vastgesteld tot wijziging van bijlage V bij Richtlijn 2005/36/EG en tot bijwerking van de lijst van automatisch erkende opleidingstitels en opleidingen.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/907 tot instelling van een gemeenschappelijke opleidingsproef voor skileraren creëerde een aanvullende vrijwillige regeling voor automatische erkenning van skileraren in de hele EU in 2019. Skileraren die niet onder de gemeenschappelijke opleidingsproef vallen, profiteren nog steeds van het algemene stelsel van wederzijdse erkenning van kwalificaties dat in de richtlijn is vastgelegd.

COVID-19-pandemie

Na het uitbreken van de COVID-19-pandemie en na de invoering van maatregelen om de gevolgen van de crisis op te vangen, heeft de Commissie een mededeling aangenomen met richtsnoeren voor EU-noodhulp bij grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg in verband met de COVID-19-crisis.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

  • Richtlijn 2005/36/EG moest per 20 oktober 2007 in nationaal recht zijn omgezet.
  • Wijzigingsrichtlijn 2013/55/EU moest per 18 januari 2016 in nationaal recht zijn omgezet.

ACHTERGROND

Aangezien de bevolking in de werkende leeftijd in veel lidstaten afneemt, zal de vraag naar hooggekwalificeerde mensen waarschijnlijk toenemen, zodat hun kwalificaties in de hele EU op een snelle, eenvoudige en betrouwbare manier moeten worden erkend.

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22-142)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2005/36/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 van de Commissie van 24 juni 2015 betreffende de procedure voor de afgifte van de Europese beroepskaart en de toepassing van het waarschuwingsmechanisme overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 27-42)

Zie de geconsolideerde versie.

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1190 van de Commissie van 11 augustus 2020 tot rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 betreffende de procedure voor de afgifte van de Europese beroepskaart en de toepassing van het waarschuwingsmechanisme overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 262 van 12.8.2020, blz. 4-5)

Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren voor EU-noodhulp bij grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg in verband met de COVID-19-crisis (PB C 111 I van 3.4.2020, blz. 1-5)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/907 van de Commissie van 14 maart 2019 tot vaststelling van een gemeenschappelijke opleidingsproef voor skileraren overeenkomstig artikel 49 ter van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 145 van 4.6.2019, blz. 7-18)

Zie de geconsolideerde versie.

Besluit 2007/172/EG van de Commissie van 19 maart 2007 tot oprichting van de Groep van coördinatoren voor de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 79 van 20.3.2007, blz. 38-39)

Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PB L 77 van 14.3.1998, blz. 36-43)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten (PB L 78 van 26.3.1977, blz. 17-18)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 10.08.2022

Top