EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Tsjechische Republiek

1) REFERENTIES

Advies van de Commissie [COM(97) 2009 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]

Verslag van de Commissie [COM(98)708 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]

Verslag van de Commissie [COM(1999)503 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]

Verslag van de Commissie [COM(2000) 703 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]

Verslag van de Commissie [COM(2001)700 def. - SEC(2001)1746 - Niet verschenen in het Publicatieblad]

Verslag van de Commissie [COM(2002) 700 def.- SEC(2002) 1402 - Niet verschenen in het Publicatieblad]

Verslag van de Commissie [COM(2003) 675 def. - SEC(2003) 1200 - Niet verschenen in het Publicatieblad]

Verdrag betreffende de toetreding tot de Europese Unie [Publicatieblad L 236 van 23.9.2003]

2) SAMENVATTING

In haar advies van juli 1997 was de Europese Commissie van mening dat, met het oog op de toetreding, de Tsjechische Republiek op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken waarschijnlijk geen grote problemen zou ondervinden.

Het verslag van november 1998 heeft deze eerste evaluatie over het algemeen bevestigd.

Het verslag van oktober 1999 onderstreepte dat de Tsjechische Republiek vooruitgang op dit gebied had geboekt door de goedkeuring van wetsteksten en de deelname aan de communautaire programma's. Er was ook een kader voor het jeugdbeleid goedgekeurd, waarin doelstellingen tot 2002 werden vastgesteld.

Het verslag van november 2000 stelde vast dat de Tsjechische Republiek vooruitgang bleef boeken bij de tenuitvoerlegging van de wetgeving die op dat vlak was goedgekeurd, met name wat het onderwijs, de opleiding en de deelname aan de communautaire programma's betreft. Er was eveneens vooruitgang geboekt met betrekking tot het onderwijs voor kinderen uit sociaal en cultureel achtergestelde bevolkingsgroepen, hoewel de situatie van het onderwijs voor kinderen van migrerende werknemers ongewijzigd was gebleven. In januari 2000 heeft de regering het nationale programma voor de ontwikkeling van sport voor iedereen goedgekeurd.

Het verslag van november 2001 vond dat de Tsjechische Republiek vooruitgang was blijven boeken bij de decentralisering van het onderwijs- en opleidingsstelsel. Het constateerde tevens dat het parlement de nieuwe onderwijswet had verworpen.

Het verslag van oktober 2002 onderstreepte dat de Tsjechische Republiek vooruitgang op dit gebied had geboekt, maar dat nog aanvullende inspanningen moesten worden geleverd met betrekking tot de praktische toepassing van de nieuwe bepalingen betreffende het onderwijs aan kinderen van migrerende werknemers

Het verslag van november 2003 herhaalt wat reeds in het verslag van 2002 is bevestigd.

Het toetredingsverdrag is ondertekend op 16 april 2003 en de toetreding vond plaats op 1 mei 2004.

ACQUIS COMMUNAUTAIRE

Het EG-Verdrag bepaalt:

  • dat de Gemeenschap bijdraagt tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte, dat een Europese dimensie omvat, door samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en door hun activiteiten te ondersteunen, met volledige eerbiediging van hun culturele en taalkundige verscheidenheid met betrekking tot de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel (artikel 149, oud artikel 126);
  • dat de Gemeenschap inzake beroepsopleiding een beleid ten uitvoer legt waardoor de activiteiten van de lidstaten worden versterkt en aangevuld en dat erop gericht is de aanpassing aan veranderingen in het bedrijfsleven te vergemakkelijken en de opneming op de arbeidsmarkt te bevorderen (artikel 150, oud artikel 127).

Deze bepalingen zijn hoofdzakelijk in de praktijk omgezet door de tenuitvoerlegging van drie grote actieprogramma's: Socrates (es de en fr), Leonardo da Vinci en Jeugd voor Europa waar onlangs een nieuwe generatie programma's voor in de plaats is gekomen: Socrates, Leonardo en Jeugd.

EVALUATIE

Sinds januari 1999 is een nieuwe wet op het hoger onderwijs van kracht, die de oprichting van particuliere instellingen voor hoger onderwijs mogelijk maakt en de voorwaarden voor de niet-universitaire tertiaire sector schept. Zij heeft ook betrekking op de kwaliteit van het universiteitsbestuur. Deze wet is in 2001 gewijzigd. Het is verplicht geworden om eerst de tweede cyclus af te maken alvorens aan de derde te beginnen.

De Tsjechische Republiek biedt een algemeen kader voor het jeugdbeleid waarin de beginselen en doelstellingen van de Conventie van de rechten van het kind zijn opgenomen. Het behandelt ook de kwestie van de zigeunerkinderen in een document dat echter vaag blijft over de verantwoordelijkheden en het tijdschema van de acties en geen financieringsbronnen aangeeft.

Sinds 1 oktober 1997 neemt de Tsjechische Republiek met succes deel aan de programma's Socrates, Leonardo da Vinci en Jeugd.

Over het geheel genomen heeft de Tsjechische Republiek in 2000 goede vorderingen gemaakt doordat het een institutioneel kader heeft gecreëerd dat onder meer het ministerie van onderwijs, jeugd en sport, de plaatselijke autoriteiten en een raad van de instellingen voor hoger onderwijs omvat. De Tsjechische Republiek heeft ook vorderingen gemaakt bij de decentralisering van het onderwijs- en opleidingsstelsel (naar de regio's en gemeenten). In mei 2001 is het ontwerp van de nieuwe onderwijswet door het parlement verworpen.

Er dient nog vooruitgang te worden geboekt op het gebied van de erkenning van de kwalificatie van buitenlandse werknemers in het onderwijs, de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties voor de gereglementeerde beroepen en het onderwijs voor kinderen van migrerende werknemers. Voorts dient ook de regeling voor de eindexamens te worden hervormd en moeten de tests aan gehandicapte leerlingen worden aangepast.

Er is vooruitgang geboekt wat het onderwijs betreft voor kinderen uit sociaal en cultureel achtergestelde bevolkingsgroepen, onder wie veel Roma.

In februari 2000 is een wijziging van de onderwijswet van kracht geworden, die de toegang van de Roma tot het hoger onderwijs aanzienlijk heeft verbeterd. Bovendien is in mei 2001 de wet op de minderheden aangenomen. Deze geeft iedere minderheid recht op onderwijs in de eigen taal. In dit verband is in Brecav een nieuw cultureel en onderwijscentrum voor de Roma opgericht. De richtlijn inzake het onderwijs aan kinderen van migrerende werknemers moet nog in het nationale recht worden omgezet.De Tsjechische Republiek moet nog zorgen voor een passende tenuitvoerlegging van deze richtlijn.

Sinds het advies van de Commissie van 1997 heeft de Tsjechische Republiek regelmatig vooruitgang geboekt. De onderhandelingen over dit hoofdstuk zijn voorlopig gesloten (zie Verslag 2002). De Tsjechische Republiek heeft geen overgangsregeling op dit gebied gevraagd.

Laatste wijziging: 03.03.2004

Top