EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Wisselkoersmechanisme tussen de euro en andere deelnemende nationale valuta

 

SAMENVATTING VAN:

Resolutie van de Europese Raad inzake de instelling van een wisselkoersmechanisme

Overeenkomst tussen de Europese Centrale Bank en de centrale banken van lidstaten buiten het eurogebied waarin de operationele procedures voor een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de economische en monetaire unie (2006) zijn neergelegd

Overeenkomst tussen de ECB en de nationale centrale banken van de lidstaten buiten het eurogebied tot wijziging van de overeenkomst van 2006 (2020)

Overeenkomst tussen de ECB en de nationale centrale banken van de lidstaten buiten het eurogebied tot wijziging van de overeenkomst van 2006 (2022)

WAT IS HET DOEL VAN DE RESOLUTIE EN DE OVEREENKOMSTEN?

  • De resolutie had als doel het opzetten van een systeem tussen lidstaten van de Europese Unie (EU) in de eurozone en lidstaten buiten de eurozone waarmee stabiliteit van wisselkoersen tussen de verschillende valuta werd gegarandeerd toen de derde fase van de economische en monetaire unie op 1 januari 1999 in werking trad.
  • Met de overeenkomst van 2006 (ERM II, Centrale Bank Overeenkomst) wordt voortgebouwd op de resolutie en wordt een soortgelijke overeenkomst uit 1998 ingetrokken en vervangen. De overeenkomst strekte, ter vervanging van het oorspronkelijk Europees Monetair Stelsel, tot invoering van een stabiel wisselkoersmechanisme (ERM II) tussen de euro en de nationale valuta van lidstaten buiten de eurozone (lidstaten die niet voor de euro hebben gekozen, maar wel deelnemen aan de overeenkomst). Momenteel omvat ERM II de valuta’s van Bulgarije en Denemarken, aangezien Kroatië op 1 januari 2023 lid werd van het eurogebied, nadat het over de op 18 mei 2022 eindigende periode van twee jaar aan het wisselkoerscriterium heeft voldaan.
  • De resolutie en de overeenkomst van 2006 hebben tot doel het voorkomen van extreme wisselkoersschommelingen die de interne markt van de EU kunnen verstoren.
  • In de wijzigingsovereenkomst van 2020 is het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU verwerkt. De Bank of England is sinds 1 februari 2020 geen partij meer in de ERM II Centrale Bank Overeenkomst. Bijlage II van de overeenkomst, “Maximaal toegestane financieringsmiddelen op zeer korte termijn als bedoeld in de artikelen 8, 10 en 11 van de ERM II Centrale Bank Overeenkomst” is vanwege dit vertrek vervangen.
  • De wijzigingsovereenkomst van 2022 houdt rekening met de invoering van de euro door Kroatië op 1 januari 2023. Vanaf dezelfde datum is de Nationale Bank van Kroatië (Hrvatska narodna banka) geen partij meer in de ERM II Centrale Bank Overeenkomst. Bijlage II van de overeenkomst is vervangen om rekening te houden met de invoering van de euro door Kroatië.

KERNPUNTEN

  • De overeenkomst van 2006:
    • bevestigt dat deelname aan het ERM II vrijwillig is voor lidstaten buiten de eurozone met een opt-out voor de eenheidsmunt, maar voegt toe dat deze wel worden geacht deel te nemen;
    • biedt een door de Europese Centrale Bank (ECB) en de betreffende nationale centrale bank overeengekomen spilkoers tussen de euro en elke deelnemende nationale valuta, die in beide richtingen met 15% mag fluctueren;
    • staat automatisch en onbeperkt ingrijpen door de ECB en de nationale centrale bank toe als deze limiet van 15% wordt overschreden;
    • stelt gedetailleerde procedures vast voor:
      • de betrokkenheid van een nationale centrale bank uit de eurozone bij elke interventie,
      • kredieten met een zeer korte looptijd tussen de ECB en een nationale bank buiten de eurozone,
      • de aflossing van uitstaande schulden in verband met financiering op zeer korte termijn,
      • de verlenging van financieringsoperaties,
      • een nauwere samenwerking op het gebied van wisselkoersen tussen de ECB en nationale banken buiten de eurozone,
      • de controle van het algehele ERM II-systeem,
      • mogelijke aanpassingen van de spilkoersen en de fluctuatielimieten van 15%.
  • De overeenkomst van 2006 moet worden aangepast bij elke nieuwe nationale centrale bank die toetreedt en bij elk vertrek van een nationale centrale bank.

VANAF WANNEER ZIJN DE RESOLUTIE EN DE OVEREENKOMSTEN VAN TOEPASSING?

  • De resolutie is van toepassing sinds 16 juni 1997.
  • De overeenkomst van 2006 is van toepassing vanaf 1 april 2006.
  • De wijziging ingevolge de overeenkomst van 2020 van de ERM II Centrale Bank Overeenkomst is van kracht vanaf 1 februari 2020.
  • De wijziging ingevolge de overeenkomst van 2022 van de ERM II Centrale Bank Overeenkomst is van kracht vanaf 1 januari 2023.

ACHTERGROND

  • Convergentie van fundamentele economische prestaties is essentieel voor het behouden van een stabiele wisselkoers. Een stabiele economische omgeving is noodzakelijk voor het goed functioneren van de interne markt en voor het stimuleren van hogere investeringen, groei en werkgelegenheid.
  • Het wisselkoersmechanisme biedt lidstaten buiten de eurozone een referentiekader voor een gezond economisch beleid en maakt het mogelijk zich voor te bereiden op de aanname van de euro.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Resolutie van de Europese Raad inzake de instelling van een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, Amsterdam 16 juni 1997 (PB C 236 van 2.8.1997, blz. 5-6).

Overeenkomst van 16 maart 2006 tussen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten buiten het eurogebied waarin de operationele procedures voor een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie zijn neergelegd (PB C 73 van 25.3.2006, blz. 21-27).

De wijziging van 2020 aan de overeenkomst uit 2006 is opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

Overeenkomst van 12 december 2022 tussen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de niet-eurogebiedlidstaten tot wijziging van de Overeenkomst van 16 maart 2006 tussen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de niet-eurogebiedlidstaten waarin de operationele procedures voor een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie zijn neergelegd (PB C 12, 13.1.2023, pp. 3-6).

Laatste bijwerking 21.03.2023

Top