EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Programma Cultuur (2007-2013)

Bij dit besluit wordt een financierings- en programmeringsinstrument voor culturele samenwerking vastgesteld voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013. Er wordt voorzien in een budget van 400 miljoen euro voor de ontwikkeling van de transnationale culturele samenwerking tussen culturele actoren uit landen van de Europese Unie (EU) of uit derde landen die aan het programma deelnemen. Via het programma Cultuur wordt steun verleend aan culturele samenwerkingsacties, aan Europese organisaties die actief zijn op het gebied van cultuur en voor het verzamelen en verspreiden van informatie op het gebied van cultuur.

BESLUIT

Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma Cultuur (2007-2013) [Zie wijzigingsbesluit(en)].

SAMENVATTING

Net als de vorige culturele programma’s heeft het programma Cultuur tot doel de door alle Europeanen gedeelde culturele ruimte te versterken om het ontstaan van een Europees burgerschap te bevorderen.

Drie doelstellingen

Het programma heeft drie doelstellingen met een grote Europese toegevoegde waarde:

  • bevordering van de transnationale mobiliteit van culturele actoren;
  • stimulering van het transnationale verkeer van artistieke en culturele werken en producten;
  • stimulering van de interculturele dialoog.

De geselecteerde projecten moeten aan een of meer van die doelstellingen beantwoorden om voor steun van de Europese Unie (EU) in aanmerking te komen.

Drie actieniveaus

Om de bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken, voorziet de Commissie drie steunverleningsniveaus, waarmee in verschillende behoeften wordt voorzien:

  • ondersteuning van culturele acties. In dit besluit worden drie soorten culturele acties vastgesteld die voor EU-steun in aanmerking komen:
  • ondersteuning van cultuurorganisaties. Deze steun wordt toegekend aan organisaties die een reële uitstraling hebben op het niveau van de EU of ten minste zeven Europese landen bestrijken. Steun kan worden gegeven aan organisaties die representatiefuncties op EU-niveau vervullen, informatie verspreiden om de culturele samenwerking op EU-niveau te bevorderen of deelnemen aan culturele samenwerkingsprojecten door de rol van ambassadeur van de Europese cultuur te vervullen. De selectie geschiedt na oproepen tot het indienen van voorstellen.
  • ondersteuning van analyses en de verzameling en verspreiding van informatie, ondersteuning van activiteiten ter optimalisering van het effect van projecten op het gebied van de Europese culturele samenwerking en de ontwikkeling van het Europees cultuurbeleid. Dit deel van het programma heeft tot doel meer en betere informatie en gegevens over de culturele samenwerking en de intensivering van het cultuurbeleid op Europese schaal te verkrijgen, alsook de verspreiding daarvan, onder meer via internet, te bevorderen. Het is ook de bedoeling te zorgen voor een gerichte lokale verspreiding van praktische informatie over het programma. Daarom wordt in culturele contactpunten voorzien. Het is hun taak te zorgen voor de promotie van het programma, de deelname van een zo groot mogelijk aantal culturele beroepsbeoefenaren en actoren aan de activiteiten van het programma te stimuleren en te zorgen voor een efficiënt contact met de verschillende instellingen die in de EU-landen steun verlenen aan de culturele sector.

Een gebruiksvriendelijker programma

De Commissie vertrouwt het beheer van het programma toe aan het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur en stelt eenvoudigere voorwaarden voor de begunstigden vast. Zij wenst de formulieren te vereenvoudigen en de procedure voor de toekenning van subsidies transparanter te maken. Tot slot wenst de Commissie het evenredigheidsbeginsel toe te passen, evenwel met inachtneming van het geldende Financieel Reglement.

Fraudepreventie

De Commissie blijft een auditsysteem toepassen waarmee zij de aanwending van de subsidies kan verifiëren en de begunstigden gedurende vijf jaar kan vragen de aanwending te rechtvaardigen. Zij heeft eveneens toegang tot de kantoren van de begunstigden, alsook tot alle noodzakelijke gegevens. De auditresultaten kunnen er eventueel toe leiden dat de Commissie besluiten tot terugvordering neemt. De Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hebben dezelfde rechten.

Samenwerking met derde landen

Kunnen onder bepaalde voorwaarden deelnemen aan het programma:

  • de landen van de Europese Economische Ruimte die geen lid zijn van de EU (IJsland, Noorwegen en Liechtenstein);
  • de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie is vastgesteld;
  • de westelijke Balkanlanden.

Het programma staat eveneens open voor samenwerking met andere derde landen die met de EU bilaterale overeenkomsten hebben gesloten waarin culturele bepalingen zijn opgenomen.

Beheer, financiële middelen en evaluatie

De Commissie wordt bijgestaan door een comité. De meeste uitvoeringsmaatregelen, met name de maatregelen met betrekking tot de ondersteuning van culturele acties, moeten volgens de onderzoeksprocedure worden aangenomen.

De initieel voorgestelde begroting voor de uitvoering van het programma Cultuur in de periode van 2007 tot 2013 beloopt 400 miljoen euro. Dat budget wordt ruwweg als volgt verdeeld:

  • ongeveer 77 % voor de ondersteuning van culturele acties;
  • ongeveer 10 % voor de ondersteuning van organisaties;
  • ongeveer 5 % voor analyse en informatie;
  • ongeveer 8 % voor het beheer van het programma.

Halverwege het programma en uiterlijk op 31 december 2010 publiceert de Commissie het eerste voorlopige evaluatieverslag van het programma. Dit verslag wordt gevolgd door een mededeling betreffende de voortzetting van het programma, die uiterlijk op 31 december 2011 wordt gepubliceerd. Tot slot legt de Commissie uiterlijk op 31 december 2015 een definitief evaluatieverslag voor.

Context

De rechtsgrondslag voor Europese maatregelen op cultureel gebied is artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dat beoogt de ontplooiing van de culturele verscheidenheid en de bevordering van het gemeenschappelijk cultureel erfgoed met respect voor het subsidiariteitsbeginsel. Het is binnen dat kader dat het programma Cultuur, de opvolger van het programma Cultuur 2000 en de oude programma's Raphaël, Ariane en Caleidoscoop, moet worden gesitueerd.

Referenties

Besluit

Inwerkintreding - Vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit nr. 1855/2006/EG

28.12.2006 – 31.12.2013

-

L 372 van 27.12.2006

Wijzigingsbesluit(en)

Inwerkingtreding - Vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit nr. 1352/2008/EG

25.12.2008 – 31.12.2013

-

L 348 van 24.12.2008

GERELATEERDE BESLUITEN

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 10 januari 2011 – Tussentijds evaluatieverslag over de tenuitvoerlegging van het programma Cultuur [COM(2010) 810 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

Laatste wijziging: 12.04.2011

Top