EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Staatssteun — films en andere audiovisuele werken

 

SAMENVATTING VAN:

Mededeling van de Commissie betreffende staatssteun voor films en andere audiovisuele werken

WAT IS HET DOEL VAN DE MEDEDELING?

  • De mededeling heeft tot doel duidelijke criteria vast te stellen voor de financiële interventie van de EU-landen ten behoeve van de film- en audiovisuele industrie.
  • In de mededeling worden de regels vastgesteld aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of de nationale audiovisuele steunregelingen de voorwaarden voor het handelsverkeer en de mededinging in de EU niet zodanig veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad en of zij derhalve in overeenstemming zijn met de EU-regels inzake staatssteun.

KERNPUNTEN

Regelgeving voor de beoordeling van audiovisuele steunregelingen

De mededeling van 2013 herziet de regelgeving die oorspronkelijk in 2001 door de Europese Commissie werd opgesteld. De nieuwe regelgeving omvat de volgende kernpunten:

  • zij bestrijkt alle aspecten van filmcreatie, van verhaalconcept tot vertoning aan het publiek, die een cultuurproduct betreffen volgens het geldende nationale „culturele criterium”;
  • steun voor videospellen valt niet onder de regeling (niet alle spellen worden beschouwd als audiovisuele werken);
  • zij beperkt de mogelijkheid voor de EU-landen om te eisen dat een bepaald deel van het gesteunde filmbudget wordt besteed in het steunverlenende EU-land als voorwaarde voor het verlenen van productiesteun;
  • zij staat in principe een steunintensiteit toe van maximaal 50%, of 60% voor coproducties die door meer dan één EU-land worden gefinancierd en waarbij producenten uit meer dan één EU-land betrokken zijn, en maximaal 100% voor moeilijke werken en enkele internationale coproducties in samenwerking met lage-inkomenslanden;
  • distributie- en promotieactiviteiten mogen worden gesteund met dezelfde intensiteit als het geval was bij de productie ervan;
  • steun voor preproductieactiviteiten kan eveneens maximaal 100% bedragen;
  • zij maakt steun voor preproductie-, productie-, promotie- en distributieactiviteiten mogelijk, terwijl steun die wordt gereserveerd voor afzonderlijke delen van de waardeketen van een productie wordt uitgesloten;
  • zij vergroot de transparantie voor de burgers, aangezien de volgende gegevens vermeld moeten worden op een openbare website:
    • de volledige tekst van de goedgekeurde steunregeling en de uitvoeringsbepalingen ervan,
    • voor steunverleningen van meer dan 500 000 euro, de gegevens van de begunstigde van de steun en het steunbedrag.

VANAF WANNEER IS DEZE MEDEDELING VAN TOEPASSING?

De mededeling is sinds 16 november 2013 van toepassing.

ACHTERGROND

In 2001 heeft de Raad een resolutie over nationale steun aan de film- en audiovisuele sector aangenomen. Hieruit bleek dat de Europese film- en audiovisuele industrie een cruciale rol speelt bij het behoud van de culturele diversiteit in Europa, maar dat zij te lijden heeft onder structurele zwakheden, zoals:

  • de onderkapitalisatie van ondernemingen;
  • de compartimentering van de nationale markten, die worden gedomineerd door niet-Europese producties; en
  • het feit dat Europese werken weinig buiten hun land van oorsprong circuleren.

De resolutie riep op tot de volgende acties:

  • het voeren van een nationaal beleid door EU-landen ter ondersteuning van de ontwikkeling van film- en audiovisuele producten, aangezien nationale steun kan bijdragen tot het opkomen van een Europese audiovisuele markt;
  • de voortzetting van de besprekingen tussen de EU-landen en de Commissie om de rechtszekerheid voor deze regelingen te vergroten.

In artikel 107, lid 3, onder d), van het Verdrag betreffende de werking van de EU staat dat steunmaatregelen om de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen, verenigbaar kunnen zijn met de gemeenschappelijke markt, wanneer door deze maatregelen de voorwaarden inzake het handelsverkeer en de mededingingsvoorwaarden in de Unie niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

De doelstelling van de culturele diversiteit rechtvaardigt het specifieke karakter van de nationale steun aan de film- en audiovisuele industrie: nationale steun is van essentieel belang om bij te dragen aan de opkomst van een Europese audiovisuele markt.

Voor meer informatie zie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Mededeling van de Commissie betreffende staatssteun voor films en andere audiovisuele werken (PB C 332 van 15.11.2013, blz. 1-11)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VII: Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen — Hoofdstuk 1: Regels betreffende de mededinging — Tweede afdeling: Steunmaatregelen van de Staten — artikel 107 (oud artikel 87 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 91-92)

Mededeling van de Commissie tot wijziging van de mededelingen van de Commissie betreffende EU-richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken, betreffende richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020, betreffende staatssteun voor films en andere audiovisuele werken, betreffende richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen en betreffende richtsnoeren voor staatssteun aan luchthavens en luchtvaartmaatschappijen (PB C 198 van 27.6.2014, blz. 30-34)

Resolutie van de Raad van 12 februari 2001 over de nationale steun voor de film- en de audiovisuele sector (PB C 73 van 6.3.2001, blz. 3-4)

Laatste bijwerking 23.09.2019

Top